Powered By Blogger

woensdag 9 september 2015

15 - Hemelsbreed in Madeira, juni 2015.

15 de


vijftiende verhaal /  fifteenth story

  Hemelsbreed in Madeira

Porto Moniz en Funchal

van 11 tot 18 juni 2015

donderdag

             Ja donderdag, altijd beginnen deze teksten over Madeira op donderdag, omdat er dan een vliegtuig gaat.

            Onder de stoelen en in de bagagebakken wordt er gesprayed. Later weten we waarom dat is? Hoestend komen we het eiland op.
             Na de rubberen koffercarrousel,  gaan we naar de autoverhuur. We hebben een plaatselijke verhuurder gekozen. Nu eens geen Avis of Hertz, waar een grote groep mensen  in een rij moet staan, voor ons is het nu Rodavante. We gaan snel met onze Clio op weg naar Ribeira Brava. We zien in de verte de plantages op zee. In het haventje komt een vissersbootje binnen. Het is niet een gewone, er zitten vier grote plastik containers op, geen kajuit,  en heel wat bemanning. Een bijzondere boot. Twee lui van de bemanning gaan hun duikerspak uit trekken onderaan de rots. Wim: vraagt of zo’n bak open mag? Heel vriendelijk word de deksel er vanaf gehaald en we zien een tot de nok toe gevulde bak met dorades. Prachtige vissen, voor zover dood prachtig kan zijn. Deze boot komt vast van de visplantage, gek woord eigenlijk, voor die grote cirkels in het water buiten Ribeira in de oceaan. Dan via Sao Vicente naar Porto Moniz.

We ontmoeten Miguel, hij geeft ons de sleutel. Wim heeft gehoord dat ie zei dat hij onlangs een walvis gezien had. Wie wil er geen walvis langs zien komen? Maar dit kan ik niet geloven. Wel een goede opening van de vakantie op Madeira. De auto kan in de garage onder het complex.
 Het duurt even voordat we weer voor het volle leven geschikt zijn. En dan hoef ik nog niet eens de auto te rijden. We zijn al van drie uur deze ochtend op.
Wim doet een hazenslaapje en ik bekijk de boekjes met wandelingen op het balkon.
            Er wordt een ‘portemonnee combiné’ in Porto Moniz ingesteld. Da’s een portemonnee voor een groepje, dit keer het groepje van Wim en Dries.

Aangeschoten praat een stuk makkelijker, maar dat herinneren? Eigenlijk, dat herinneren gaat nauwelijks. Oh ja, werk, politiek en verleden. Allemaal  ingrediënten voor een roman of zoiets eigenlijk. Laten we het daar maar bij houden.
            SNachts worden we wakker van een bui. Een vreselijke bui.


fish on the quay in Ribeira Brava
catch of the day of water -plantation
vrijdag

            Wim is eerder wakker en  onderzoekt het probleem van de knokkelkoorts. De Dengue ziekte, en noemt enige angstaanjagende en ernstige sensaties: hoofdpijn, koorts en pijn achter de ogen. Totdat hij merkt dat het gaat over een bericht van 2012. Oh, gelukkig. En wat later denk ik: gek dat ik er in 2013 en 2014 niks van gehoord heb. Maar ergens moet hij toch op die dengue gekomen zijn? Ja, via de smartphone komt hij met veel informatie. Ik heb mijn smartphone thuis gelaten, ik was bang, omdat ik er nog niet soepeltjes mee om kan gaan, dat ik de hele tijd met dat ding bezig zou zijn.  Het is me dan te onrustig. Ik moet ook daarmee nog heel wat leren.

We bespreken het snurkprobleem van de groepsleden. Verder: wat doen we vandaag? We hebben vier boekjes met allemaal wandelingen. Wim: het is allemaal zo’n beetje hetzelfde. Ik: nee, ze verschillen wel die wandelingen.

            Miguel legt mij uit wat het weer gaat doen vandaag. Wim is aan het manoeuvreren in de garage. Ik zie op de smartphone van Miguel allemaal pijltjes, een wave van pijltjes. Een pijltje moet een richting aangeven, maar allen een ietwat verschillende? Opkomende wervelwind? Persoonlijk blijft Miguel cool.

            Eerste levada-wandeling? Het is mistig, wolkerig. Zullen we nu wèl, of niet? We kiezen voor de eenvoudige en niet zo hoge rondwandeling bij Cabo, die start bij het kerkje. Wanneer je hier vakantie houd zonder auto, moet je naar de startplaats van een levadatocht lopen, of met het openbaar vervoer, of een taxi nemen. Bij wandelen met gebruik van auto, sla je die inspanningen over, en dan doet de machine veel werk. Het bosgebied hier is een beetje flets door een brand verwoest, niet zo lang geleden. Overigens niet slecht voor de natuur, denken we. Wat een kracht om weer van alles te laten groeien. Ik kom hier al  vaker. Wim vraagt veel over levada’s, en ik speel dan graag even de wijze. Bijvoorbeeld over het verloop van het water van een levada. Dat kan toch nooit veel zijn, want het moet over een lang stuk blijven stromen. Wim verwacht muildieren. Waarom zijn hier geen muildieren? Ik: dat komt door de auto’s, ieder heeft nu een auto. Overigens heb ik ze wel eens gezien. Een kleine boer kan nog wel een ezel hebben. En dan ineens Wim: jij, de euromast en de koe! De plaatjes zitten door elkaar. Dat kan je wel zeggen, ja! We oefenen met de camera zo aan het begin van de vakantie. Deze camera vertoont mooie beelden, maar hoe komt het dat ze zo door elkaar zitten? Modern times. Veel water geeft een groen land. ‘Als je een groen land wilt, moet je niet zeuren als het wel eens regent,’ een mooie uitspraak van Wim. Dag mevrouw de koe, bruine koeien met hier en daar een wit gebied, eigenlijk meer cappuccino. De dames staan hier aan een touw en groen voer genoeg, welvarende dames.

swimming near the ocean, rocks
alleen maar zwemmen
             Bij thuiskomst gaan we zwemmen, een natuurbad, dus met zout water, dat in verbinding staat met de mega oceaan. We komen soms visjes tegen. Ook een oranje bal. Wim speelt graag, en doet de aftrap. Jammer dat ie met mij op vakantie is. Ik wil alleen maar zwemmen! Waar hebben we die eerder gehoord?

            We betalen bij het restaurant van Miguel een borgsom. Ik vraag aan degene die we het geld geven: wat haar naam is. Ze heet Roza, geen slechte naam. Maar ik versta steeds Goza, totdat het dubbeltje valt. Ze moet het mij wel zo vaak zeggen, dat het inmiddels wel een kwartje geworden is. Sorry Roza. We krijgen er later in het appartement  een nota van de betaling. Het is zo in de middag druk in het restaurant, er wordt geschoven en gepoetst. Later zijn er, als wij aan de maaltijd gaan,  weinig klanten. Eigenlijk zijn we de enige gasten. We hebben gesprekstof genoeg.  Bijvoorbeeld onze passie voor Neerlands Hoop en veel  meer. De aguardente heeft een kersenkleurtje. Nooit meegemaakt. En wel ietsie scherp.

            Na de maaltijd lopen we door het rustige dorpje. Wim loopt iets te dicht langs een etalage van het postkantoor en ineens gaan de lichten in de etalage aan. Daar sparen ze vast energie mee, of zou het inbraakpreventie zijn?  We lopen verder langs  het vliegveld in de vorm van een grote, zeg maar zeer grote, paddestoel voor helikopters. Het lijkt wel een mega trampoline.  We zien erna in het stille haventje een concept-drijvend-zwembad middenin. Gek, gek.  Een vierkanten plastieken kader, op de rand een springplank en een glijbaan. Het bad heeft niet veel binnenruimte en veel buitenruimte. Verder liggen er in het haventje drie vissersboten voor de pleziervaart. Ze varen vannacht niet uit, alles ligt stil. Op de vissersboten staan bundels stokken, bamboe stokken. Die intrigeren me. Vast voor het lijnvissen. Een klein kajuitje bovenop. Elk heeft een roeibootje erbij. Vast voor een speciale visvangst. Dan lopen we nog langs een kunstwerk dat een beetje refereert aan een levada. Veel lopend water, maar wat heb je eraan zo op de boulevard. Wat heb je eraan? wat heb je eraan? Dat kan je wel meer van kunst zeggen. Vandaag is trouwens ook nog de waterkraan niet open.

            Op het balkon heeft Wim veel taken met de informatie rond het gezin.  En nu hij toch met de smartphone bezig is, vernemen  we het een en ander over een Dengue ziekte, een knokkelziekte, waarbij de gestreepte tijgermug de dader is. Ah, nu begrijpen we waarom er in het vliegtuig net voor de landing onder de stoelen en in de bagageruimten gespoten moest worden.

ocean and hillside view of Porto Moniz
Porto Moniz
zaterdag

            Zon bij het ontbijt op het balkon. Stom dat ik geen petje bij me heb. Wim heeft slecht geslapen door mijn stevig gesnurk. Heleen had vorig jaar dus toch gelijk. Ik heb Wim trouwens ook gehoord. Maar hij was eerst.

            Beneden op zeeniveau denk je dat het een stralende dag wordt, boven, van acht-tot veertienhonderd meter hoog, kan er weleens een wolkje hangen, of een stevige wind staan.  Vandaag zien we van alle kanten wolken komen. Een uur later is de geur op dertienhonderd meter heerlijk fris en groen. We kiezen de wandeling naar het forellenmeer. Na een lange stap langs een asfalt weg, slaan we af naar een soort Amerikaanse vlakte (nooit geweest hoor) met veel struiken. Grote windmolens domineren het landschap, het is voor een positieve windhandel, dus het moet maar. En uiteindelijk komen we op een levada. Een natuurlijke levada. Gekanaliseerd, maar niet in een betonnen bak, zoals die van gisteren. Door het water  loopt een zwart rubberen slang, maar erg stoort ie niet. Ik ken dat van Noorwegen van vele jaren geleden.  Het was toen voor de landbouw. Eigenlijk hetzelfde als waar levada’s hier ook voor ontworpen zijn. Nu nog de forellen die in het boekje aangekondigd staan. Wim: dit is een hoge kwaliteit-levada. De omgeving heeft hier een Droomvlucht van de Efteling sfeer, en dan iets lichter groen. We zien een enkele vogel, en bloemen. Ook uitzicht op een riviertje dat veertig meter lager in een kloof kronkelt. We missen aanduidingen en lopen wel door. Langzamerhand komen we erachter dat we niet volgens het boekje lopen. Door verkeerd de route te volgen, komen we op een  levada die niet beschreven staat. Prachtig, prachtig, we zijn beide ernstig gecharmeerd, het is ook zo mooi hier. We oefenen al met een soort ‘Ronaldo  I persume,’-tekst, voor wanneer we iemand tegen zullen komen. Omdat we niemand tegen komen, hebben we het idee dat we een nieuwe levada ontdekt hebben. We blijven ook zoeken waar we met de tekst van de wandeling de fout in zijn gegaan.

Terug naar de auto treffen we een klein eethuis. We kiezen forel, op het bord treffen we iets later een grotere, dan die langs ons door het water schieten, wanneer we langs een levada  lopen. Daar op de hoge vlakte van Paùl da Serra. De mensen van het Wind-molen park, (het bedrijf heet Wind)  iets verderop, eten er ook.  Het huisje komt langzamerhand in een wolk. Dat wordt straks wat met het autorijden. Om maar even het huidige niveau van onze reis aan te geven.

De denkfout rond de wandelroute betrof het punt dat het een oud boekje was, en dat we de nieuwe weg  genomen hebben, terwijl het de oude weg hadden moeten volgen.

Er blijkt een autorally gehouden te worden. We moeten zeer omrijden. Daarna voor mij een weerzien van Calheita. Als kinderen in een speelgoedzaak doen we inkopen  bij Pingo Doce.

            Wanneer we na de hoge vlakte weer af dalen naar Porto Moniz, maken we een prachtig foto van het dorp in avondzon.

We verschillen in het gebruik van de sociale media. Wim moet het ene na het andere  bericht lezen en zenden. Ik houd me een beetje beperkt tot een enkel sms-je. M’n smartphone heb ik niet mee, ik voorzag dat ik erin zou verdwalen. Wim kan er wel weer super goed mee omgaan. Tot zelfs de hele krant binnenhalen, en skypen aan toe.

We ontbijten en doen de dagsluiting op het balkon. Voor ons staat een niet afgebouwd  gebouw. Wim: zo’n hotel, zo’n onafgebouwd grijs bouwwerk hoort ook bij de cultuur hier. En dat de cultuur wordt verrijkt met een bananenschil, moet ook kunnen. We hebben het dan over onze families. Een deel van de zijne heeft ook een Gelders achtergrond.

We praten over psychiatrie. Het is stil in het plaatsje. Als wetenschap heeft hij er niet zo’n hoge pet van op. Ik zoek het hoofddeksel ook al vele jaren. Een uiterst nodig hoofddeksel, vind ik. Niet oordelen, maar blijven zoeken, is mijn devies! En andere gespreksonderwerp dienen zich aan. Totdat we het tijd voor bed vinden. We horen ineens heel wat geluiden opkomen. Het dorp lijkt te ontwaken, en we hebben de nacht nog niet gehad. Het dorp start de zaterdagnacht het uitgaansleven stevig, het is feest, druk geluid en hard. Die lui hier hebben de hele week gewerkt, en vandaag vast geen levada’s gelopen. Voor ons ist mooi geweest. Of met onze Gerard Jolink te spreken: daar hebben we de kracht niet meer voor.
view of the harbour of Camara de Lobos
Bijschrift toevoegen
drying fish and boats in de harbour of Camara de Lobos
Bijschrift toevoegen
Bijschrift toevoegen

people watching autocross
auto geweld

zondag

Dag met zon. De start dan, want erna boven mist het en regent het een ietsie. We zitten weer op hetbalkon en Wim bombardeert mevrouw beneden met de naam: mevrouw Pepsi. We zien haar eigenlijk af en toe beneden ons op haar betegelde balkon met Pepsi Cola tafeltje en stoelen, en dan maakt ze gedreven schoon, of besproeit de planten.

Wandeltocht boven Porto Moniz: levada da central da Ribeira da Janela, die is hoger gelegen dan die van gisteren. Een prachtige tocht. We parkeren de auto op een rustig plekje en gaan aan de wandel door een oud dicht groen bos aan beide kanten van het dal. Ergens zouden we in de verte de huisjes van Rabacal moeten zien, maar helaas. Onder ons kabbelt de Ribeira. Tijdens de wandeling wordt Wim gebeld vanuit een ver land. Ik fotografeer het Madeiriaanse vinkje ? de officiële naam? Het is een symbool beeld voor Madeira. En meteen denk ik dat het wel een heel moeilijk te fotograferen beestje is. Maar het is brutaal en zo beweeglijk, dat pas de achtste opname lukt. Maar dan heb ik ook wat. Na het vinden van een tunnel, waarachter een waterval te zien is, maken we rechtsomkeer. Naar de parkeerplaats.

 Er zijn hier zoveel four wheel drives, dan moeten ze behendigheid ook kunnen oefenen. Maar moet de aarde daar zo onder lijden? Vandaag hebben ze hier een auto race. Het parcours is opgezet op de rode aarde.  De auto’s graven zich door het landschap, en vaak komt er een ongekend veel rode kleistof in de lucht. De mensen lachen en klappen bij het zien van de acties van de coureurs. Het is een soort dorpsfeest, hele families zijn met de auto gekomen om zich te vermaken. De sfeer is als die van een kermis, of een religieus feest in Italië, maar dan met rare auto’s. Er is iemand die m’n lach nadoet. Waar zit ie? Wie is het?  Forget it. Het is hier inmiddels een berg met onnoemelijk veel auto’s. Ineens is het ons genoeg, we gaan terug.  De straat heeft aan beide kanten geparkeerde auto’s. Zelfs een kunst om hier probleemloos uit te rijden. We rijden langzaam tussen de geparkeerde auto’s terug.

             Tomatensla met olijven en geitenkaas.

Nog even te bade. De bal gaat niet mee. Ik vertel van mijn ervaring van het gebruik van een bal in Dennendal en een isoleercel. Degene, die geïsoleerd werd, gunde ik een afreageren met een bal, ja, ik ben een denkertje in dat soort zaken, maar hij liet deze bal gewoon links liggen. Ik vond dat toen onbegrijpelijk, maar ieder kan deelname aan een spel weigeren, leerde ik toen. Nog even iets over het bad. Het zwembad van Porto Moniz is een begrip, nou en of! We gaan zwemmen. De vloer rond het zwembad is gestuced cement, en dat is wit geverfd. De met tegels bedekte kleedkamers zijn glad. Ertussen ligt een strook steentjes waar je met blote voeten overheen moet, en die zijn scherp. Waarom? Why?  Het harde natuursteen is pijnlijk voor de voetzool.  Ja, weer m’n slippers vergeten.
Het is stralend avondweer. Lekker warm die avondzon. Op het waterniveau zie je als je naar de oceaan kijkt een soort donkere hopen stront formaties. Vast vulkanische  steen. Daartussen is een cementen loopgang aangebracht. En die is ook spierwit geverfd. Vast enkele weken terug, want het is nog mooi wit. Zouden ze ieder jaar die witte verf aanbrengen?  Kijk je verder in de hoogte,dan zie je de bergwand die honderden meters hoog de lager gelegen huisjes beschermt.
Wat is het hier lekker. Hoe laat is het eigenlijk? Ach wat doet dat er toe? Wim heeft na lang platliggen in de sterke avondzon, betonputjes in z’n huid. Gek? Nee! Heel niet. Niemand klaagt trouwens.

            Terug op het balkon. Wim krijgt aan de lopende band informatie. Dat zou ik zwaar vinden. Info, info, info. We doen vandaag een donatie aan het Hondebrink-Matser fonds,  het is vandaag € 50,- Wim weet dat de Dolemieten onder de Alpen een jong gebergte is. Had ik niet gedacht. We denken aan het punt dat Columbus door voer naar Amerika. En dat met de middelen van toen, en de communicatie middelen van toen, onvoorstelbaar.
 
  We eten uit. Een vispotje. Heel lekker. De Sexal-wijn was minder Oostenrijks dan ik, na m’n Ponte Delgado, ook aan de noordkant van het eiland, ervaringen,  verwacht had.

            De dag wordt afgesloten met een gesprek, een vervolg op wat we de hele dag al doen,  nu op het balkon. Wim wil echte bumpers op auto’s. Tegenwoordig zijn bumpers bij auto’s weggestileerd. We hebben het over overste Karremans, onze pensioenen, vermogens en horlogebandjes. Hij prefereert een metalen bandje, ik leer. Hij gaat een elektronisch horloge zelf repareren; moedig, moedig. Beide dachten we dat zo’n stevig horloge wel jaren mee zou kunnen gaan. Geen batterijen, milieu vriendelijk. Maar het blijkt jammerlijk geen lange duur. Verder gaat voor hem een leren bandje stinken, en voor mij knelt een metalen band teveel m’n vel. Een aantalonderwerpen met verbaal vuurwerk, maar het is maar eenmaal vakantie.

harbour of Camara de Lobos, boats and drying fish


maandag

Wim heeft in het begin van de vakantie een soort zoek-probleem. Waar zijn de sleutels, waar is het geld? Van die dingen. Later trekt het bij.
We nemen afscheid van Miguel.  Hij: waar in Nederland komen jullie vandaan? Ik: Utrecht. Dat kent ie niet, qua klank al niet. Ik: three hunderd thousant inhabitants. Hij: Madeira has two hunderd seventy thousand inhabitants, of which seventy procent in Funchal. Ik : and a beautiful country. Hij maakt een beweging: u zegt het. Wim ontdekt krasjes op de auto. Dat schept een rotgevoel. Hoe kan dat gekomen zijn? We kunnen het niet plaatsen. Die zijn vast gisteren op de berg ontstaan.  We toeren van Porto Moniz naar Sao Vicente.  Het kerkje daar is gedecoreerd met veelkleurige geschilderde  gordijnen, met gouden omlijstingen van matige schilderijen, het lijkt wel een soort circus tent, en wel vrolijk. Op de begraafplaats naast de kerk zijn zeer grote palmbomen gekapt. Een heel ander beeld vergeleken met vorig jaar, jammer. Ik koop een zaklampje  voor de tunnels bij het wandelen. De Clio heeft een tomtom, zelfs Nederlandstalig, en de instelling vergt enige behendigheid. Wim ponst de bestemmingen in,  en ineens kunnen we weer op weg. Omdat het boven op duizend  meter hoogte regent en mist, doen we de Encumeada wandeling niet.
In iedere tunnel zijn ze wel aan het werk. Een baan is dan geblokkeerd, en vaak staan er stoplichten om de doorgang in goede banen te leiden. Wim: dat ze dat nu doen, is vast om klaar te zijn voor de zomerdrukte.
Dan naar Camara Lobos, we kunnen hier zo kiezen tussen een open bus of een bejaardentrammetje. Het toerisme rukt hier op. We zitten op een bankje op een plek waar Churchil schilderde voor z’n plezier, boven de haven, en we kijken naar een serie bootjes die los van elkaar midden in de haven, een soort baai, liggen. Een mooi gezicht zo’n serie deinende bootjes. Geen mens te zien. Hoe komen de eigenaars in hun boot? Dat heb ik me ook in andere landen wel afgevraagd. We nemen de tijd. We kijken hoe een man in streepjes trui met een klein roeibootje, een klein soort loodsbootje,  naar zijn grotere boot met buitenboordmotor vaart. Oh, dat is het. Een andere schipper die al bij z’n boot is, trekt zich een ongeluk, om zijn amechtige buitenboordmotor aan de praat te krijgen. In een klein kwartier heeft onze streepjes-truien-schipper zijn boot klaar om te varen. De motor zoemt soepeltjes en hij vaart de haven uit. Deze schipper laat z’n loodsbootje op de plek van de grote boot, dus dat bootje is van hemzelf.
Later begrijp ik hoe dat systeem werkt. Je gaat met je loodsbootje naar je grote boot. Brengt je boot in orde en vaart terug met beide bootjes naar de kant, en legt het loodsbootje vast aan de kant, voor de andere, nog komende schippers. Dan vaar je de haven uit. Moest ik daar nu zo lang over nadenken? 
In Funchal  bij het barretje vraag ik of hij de verhuurder kent? Hij: ja, ik zal hem bellen. Hij keert terug met twee bier en het bericht ’hij komt over vijf minuten.’ Ik: hoe heet hij? Hij: Luciano. Ik: Pavarotti? Hij: almost. We krijgen van Luciano Jardim een drie kamer appartement in plaats van een met twee kamers, welke we besteld hebben. Er wordt bij dat andere appartement gewerkt. Wim hoeft niet te lijden onder mijn gesnurk.
We gaan de stad verkennen en zoeken het niet lang geleden onthulde beeld van Ronaldo. Menig keer vragen we de weg, en we lopen heel wat meer dan nodig geweest is. Een Engelse passant die me de weg naar het beeld wijst, zegt: daar staat het beeld, ‘but it does’nt looks like him.’ Ja, dat hadden we al gehoord. Uiteindelijk, en heel wat later, vinden we hem, en het lijkt zoals gezegd, niet op de voetbalster. Het beeld heeft wel een uitstraling van kracht.
            Wim verdwaalt soms in de informatie van z’n GPS apparaat. Een soort leidraad.We eten bij onze bar, eigenlijk restaurantje, die we vanmiddag als eerste bezochten. We bespreken de bon die achter de voorruit van de auto zit. Geen groot bedrag gelukkig. Kennelijk verkeerd geparkeerd. De ober zegt dat, wanneer wij hem dat geven, hij het wel zal betalen. Wat een service. Dank, dank. Dan overleg voor de dag van morgen. Ik heb het idee vandaag weinig gedaan te hebben, maar ik ben reuze moe. Wim netzo. We hebben wel heel wat kilometers gelopen, volgens de GPS .



dinsdag

sOchtends van zeven tot acht uur horen we veel autoos passeren en meer straatgeluid  rond het huis. De mensen gaan vast naar hun werk. Daarna wordt het rustiger.Wij nemen de kabelbaan naar Monte. Op het bakje staat dat er zes honderd kilo in kan. Wij zessen zijn samen al zes honderd kilo. Zouden we het halen?  We merken dat het bakje ook haken heeft om een fiets mee te nemen. Onze Duitse collega zegt: Es gibt viele Verrückte. Gelijk heeft ie. Wij lachen. De kerk en zijn trap en het voorplein zijn weer prachtig. Wim vindt de sleemannen net kaasboeren, of dat ze lijken op gondeliers in Venetië. 
We gaan de levada da Serra lopen van Monte naar Camacha. Wanneer we op de levada zijn, houdt je vrijwel hetzelfde niveau, dezelfde hoogte. Nauwelijks stijgers en dalers. Alles voor de levada! Een mooie titel voor een tekst: alles voor de levada!
           Je hebt grote levada’s en kleine,  met veel water en kabbelend. Met een strakke cementen bak, maar ook zonder beschoeiing.  Met visjes en zonder. Wim: je hebt vast mensen die het niet fijn vinden om langs een levada te lopen. Ik meteen met een diepe overtuiging: dat heb ik hier nog nooit meegemaakt. We nemen bij een nederzetting in een rijke tuin appelgebak met drank. Het recept van het gebak komt uit haar familie. Een stevige basis voor een stevige stap verder.
            Wim verbaast zich over dat het hemelsbreed niet erg opschiet. Ik: ik denk niet in hemelsbreed. Dat heb ik hier wel afgeleerd. Zelf  ben ik niet zo gecharmeerd van die info. Onbekend maakt wel onbemind. Wim probeert het nog eens. Om de moed er in te houden zegt ie ’hemelsbreed is het nog ruim een kilometer.’ Maar dat is nou net wat hier helemaal anders kan liggen. Een wandeling op en kaart kan hemelsbreed vier kilometer tellen, maar door het  lopen op de bergen en hellingen, kan de wandeling weleens zestien kilometer zijn. De GPS biedt me een enkele keer plezier. Als Wim zegt: ‘over enkele honderden meters treffen we een riviertje.’ En vrij snel erna komen we dat riviertje ook tegen, dan bevestigd het me wel: we zijn op de goede weg. Lekker.
            In de koele en zeer vochtige tunnel is het bukken geblazen. We lopen op een klein richeltje met naast en boven ons de rotsmuur. Links naast ons aan de andere kant stroomt de levada, hij stroom en stroomt. Ik moet gebukt lopen, de mensen ware vroeger vast kleiner. Ik moet er niet aan denken dat je een tegenligger zou krijgen. Wim stelt me gerust: als je een lichtje ziet, dan wacht je wel even om naar binnen te gaan. En verder heb ik een zaklantaarn in m’n mond, m’n armen moeten ik gebruiken om evenwicht te houden. In de verte een lichte plek, het doel, daar moeten we naartoe.
            Na een korte rustpauze lopen we door. En treffen een mandenvlechter met ‘verkoop aan huis,‘ we komen in het groene Camacha gebied. Deze laatste man laat ons zijn producten zien en de plek waar ie werkt. Hij toont een schuitje van een ander bedrijf, en een bootje  van dezelfde grootte, wat hij gemaakt heeft. De bodem van die ander is van hout,  zijn product is helemaal gevlochten, ook de onderkant. Heel kunstig. Wim koopt enkele broodmandjes. De man haalt een pak wijn, en we beklinken de koop met een glaasje rood.
            Dan komen we in Camacha op zeven honderd meter hoog. Iemand die ons de weg wijst bedreigt Wim. Vervelend en geheel onverwacht. Gelukkig schud hij hem van zich af. Wim ontdekt een gedenkbeeld voor het eerste voetbalspel in Portugal. Dat blijkt in 1875 te zijn geweest, toen al. We nemen een drankje op een terras voordat de bus komt. Bij de halte zien we een bord met berichten hoeveel vertraging de bus heeft, een heel bekend en geruststellend fenomeen.
            In Funchal gaan we naar Pingo Doce en de prijzen vinden we meevallen. Wim wordt een soort opgewonden, bij meent de hand van onze Albert Heijn te herkennen. Ik verdring dergelijke gevoelens, maar ken ze wel degelijk. En we kopen een goed mandje vol voor tot aan het vliegtuig.
            Daarna eten we weer bij onze vrienden om de hoek. Goed eten. De ober geeft ons het bonnetje van het betalen van onze parkeerboete. Wat geweldig, wie betaalt er nu andermans boete? Okay, het is geen hoog bedrag, maar wie in Nederland zou dat voor een toerist doen? De andere ober legt het gerecht ‘polenta’ uit. Ze maken er blokjes van en serveren het koud. Wij eten papegaaien-vis: nog nooit geproefd, het beestje heeft een roze-paarse glans op de huid en smaakt reuze lekker!





woensdag

De slot een stevige wandeling: over het schiereiland Ponta de Sao Lourenco, naar het einde van de wereld. Nu eens geen levadawandeling, maar een gewone wandeling naar het oostpunt.
Een autotocht van de oude stad naar boven naar de snelweg. Wim rijdt heel sterk de berg op, knap, knap. De tomtom geeft soms onbegrijpelijke adviezen. Wim zegt: zij brengt ons niet bepaald rechtstreeks naar het juiste adres. Daarbij wordt het ‘zij’ wat minnetjes uitgesproken.
We parkeren de auto op een rotonde, op het einde van de wereld, zullen we maar zeggen.  Hier kan je alleen maar terug. Er staan al enkele auto’s.
Het eerste stuk trekt de wind ongenadig. Ik betreur het dat ik m’n extra jack niet bij me heb. Dit is een wind-wind-situatie. De golven diep beneden ons klotsen en trekken. Gaan we hier dan een walvis zien? Zo’n houten boot in de zestiende eeuw kon zo op de rotsen te pletter slaan, dat kunnen we ons nu goed voorstellen. De windtrek is alsof je zo van de berg in zee kunt waaien. Wat een kracht. En wat lopen we hoog. Ik zucht zo, dat ik bijna in staat ben om te zeggen: ik hoef niet meer te zien. Maar we gaan door. Ik ben zo bezig goed evenwicht te houden, om niet van de rots te vallen, dat ik geen tijd besteed om met de fotografische middelen diepte in de foto te krijgen. Wanneer we om een bergrand komen, straalt de zon ons  toe. Sommige delen van de tocht blijft die harde trekwind, en op sommige delen is het windstil en voelt het warm aan. We moeten veel stijgen en dalen, met traptreden die niet de maat van onze schoenen  hebben. Soms omzeilen we de trap door ernaast te gaan lopen. Een aantal Duitse ouderen stappen lustig mee. Sommige Fransen doen het super, die lopen met een drift alsof ze de laatste metro moeten halen. We treffen, bijna op het einde van het schiereiland, een educatief centrum onder palmen. Wanneer we wat uitpuffen hebben we beide behoefte aan knieënzalf, zoals er ook voetenzalf bestaat, een halve grap, maar we hebben geen idee of je dat kunt krijgen? En dan door naar het laatste punt op honderdvierenzeventig meter hoog. Een soort einde van de wereld, maar die zijn er eigenlijk heel veel. De terugweg is dezelfde als die van heen. Bij terugkeer op de plek waar we de auto geparkeerd hebben, zien we nu honderden geparkeerde auto’s, een zee van auto’s.
We kopen bij een tankstation een rood flesje tegen krassen. Wim poetst en blijft  sceptisch en is tevreden tegelijk. 
In Funchal eten bij de Pingo Doce. Er is aan gekoppeld een restaurant waarbij je jezelf een maal opschept, en dat gewogen wordt, en waarop je afgerekend wordt. En het maakt niet uit of  je nu een kilo rijst neemt met een ei, of een stevige prak rundvlees, of moten zalm. We voelen ons een soort zwervers, en er hier geen zwerver te zien. En zijn we niet allen een soort wereld zwervers? Leuk systeem hier, vooral omdat de prijs zo laag is.  Als we naar ons appartement lopen ontdekken we dat er heel dichtbij een zwembad in het oceaanwater is. Dat hadden we ook wel gewild. Nou, voor de volgende keer maar weer.




donderdag



            Vroeg op, de bagage is klaar, we ontbijten. Wim voelt zich niet lekker. Hij heeft geen verbinding met smartphone. Da’s wat. De spanning rond de lak blijft. We zetten de auto op de parkeerplek. Er is niemand die de auto met een inspectie in ontvangst kan nemen, en we houden er een lichte spanning aan over.


 Op het vliegveld zien we in de verte de landtong die we gisteren gelopen hebben.     


De man in de tax-free winkel legt uit: medium-madeira  drink je als aperitief, de sweet is voor bij het nagerecht. Ik: dan neem ik de medium.   
     


Dries Hondebrink

vervoer:

. Transavia, HV 629 en HV 630.
. Rodavante. Autoverhuur
.
verblijf:

.   Apartamentos Cost Azxul,  Rua do Lugar, Porto Moniz.
.   Apartaments Madeira Old town, Cho do Palheiro 1, Santa Maria, Funchal.

gelezen:

. niet veel.
. maar ik denk aan de vertaalde tekst van The Selective Traveller in Portugal.

gegeten:

. Restaurante Cachalotte
. Salgueiro, Porto Moniz.
 . O Tasco, Rua Bela de Sao Tiago 137, Funchal.
. Pingo  Doce.

gedronken:

. bier, wijn en gedestilleerd.
. Madeira wijn,
. en aquardente, veel.
. de wijn Alvarinho, die we bij Pingo Doce gekocht hebben, heeft een algemeen etiket. Beide vinden we het lekker. Waar komt ie vandaan? Sub Região Monacão E Melgaco, Vinho Verdo.



6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com
drieshondebrink©


 



3 opmerkingen:

  1. Loes van der Scheer-Hendriks9/9/15 14:28

    Ha Dries, onlangs keek ik nog op je blog: niets te zien, en vandaag: verrassing: weer de 'tongue in cheeck' toon, die ik zo kenmerkend voor je vind.

    Je tekst is zo levendig dat er bij mij (ook) allerlei herinneringen gaan 'lopen', waarvoor indien gewenst excuses.

    Dat Transavia muggenverdelger spuit in vliegtuigcabine's is voor mij goed om te weten: niet vliegen met Transavia naar gebieden waar Knokkelkoorts voorkomt.

    Je bent inmiddels een echte levada deskundige, begrijp ik.
    Dat je eet- en drinkexpert bent wist ik al, en daar heb je natuurlijk ook je unieke lach (klankkast) aan te danken. Ik vind dat mensen daarvan af moeten blijven, hoor!

    Jij en Wim hebben het wel vaak over psychiatrie gehad, lijkt me, al is het meer in de anti-variant. Leuk hoor die door alcohol geluxeerde (?) reminiscenties.
    Je beschrijvingen (bijv. die van het natuurbad) zijn mooi plastisch.

    Over je snurkprobleem, of liever Wim's probleem met jouw gesnurk: je ziet het goed: wie het eerst klaagt, klaagt best.

    Even over Columbus, en je bewondering voor zijn navigeerkunsten (zonder GPS bijv.): als ik het goed heb onthouden was Columbus ervan overtuigd dat hij in India was beland toen hij de kust van wat wij Amerika noemen had bereikt?
    Houd me ten goede: topografisch ben ik een ramp: zelfs met GPS zou ik hopeloos kunnen verdwalen. Ik kreeg eens een compliment van een voorbijgangster in Utrecht, omdat ik erin was geslaagd te verdwalen tussen Vreeburg en de stadhuisbrug (Broese en Kemink natuurlijk).

    Van mijn eigen vakanties kan ik me herinneren:
    - dat het voorseizoen als nadeel heeft dat veel nog niet open/of in werking is);
    -dat het naseizoen als nadeel heeft dat de Horeca medewerkers, uitgeput,
    geen toerist meer kunnen zien.

    De warme douche (tv-programma Radar) moet absoluut worden uitgedeeld aan de ober die jullie parkeerbon heeft betaald.
    Je mooie beschrijving van je wind-wind geworstel maakt het begrijpelijk dat je geen foto's van ravijnen hebt gemaakt.

    Het opstijgen is hoe dan ook, voor mijn gevoel, de in positieve zin meest enerverende ervaring van vliegvakanties. Extra leuk is het dan natuurlijk wanneer
    het zich dusdanig is dat je kunt zien waar je geweest bent.
    Geen agressieve spray's dit keer?
    Hopelijk vindt Wim het niet erg dat je min of meer refereert aan zijn sterke gehechtheid aan zijn smartphone?
    Ik kijk uit naar jouw volgende vakantie.
    Groeten, Loes.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Dries,
    Wij zijn inmiddels alweer 2 maanden terug uit Madeira, maar denken er regelmatig aan terug: wat een geweldig eiland! Zoals je misschien kon zien aan het aantal bezoekers van de website, hebben we genoten van je blog. Soms lazen we over plekken waar we nog heen gingen, andere keren zochten we 's avonds, uitgeput na het wandelen, nog eens terug waar we geweest waren. Het was een feest van herkenning. Niet alleen je beschrijving van Madeira, maar ook van Wim als medereiziger vond ik zeer treffend. We zijn ook naar Salgueiro in Porto Moniz, en O Tasco in Funchal gegaan. We zagen daar een auto geparkeerd staan op een plek waar dat niet mocht, maar het was gelukkig niet onze auto... wij waren gewaarschuwd. Al hadden we waarschijnlijk toch wel de boete teruggekregen. Dank voor je beschrijvingen!
    Groet Jolien

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Jolien, wat een leuke reactie. Volgens mij heb je het er goed gehad. Ik ga nog even de plekken bekijken die jij hebt bezocht. Hartelijke groet, Dries

      Verwijderen