Powered By Blogger

6 - Negentig meter boven Dresden ruikt Eva braadworst

6 de

zesde verhaal / sixth story

Dresden en Elbe

Negentig meter boven Dresden

ruikt Eva braadworst

van 6 tot 15 augustus 2010

vrijdag

Onderweg een rijdende file. Uren later dan de routeplanner en de Tomtom aangeven, komen we in Eisenach, in Thűringen. Dit gebied viel eerder onder Oost Duitsland. Zal ik hier, als kind van mijn tijd, een lange tijd inmiddels, na de Wiedervereinigung verschil zien met West Duitsland?

Naast ons hotel, achter bij de parkeerplaats, staat een oude boeren hooiwagen.

De achterklep van de auto sluit niet. Daar zullen we de hele vakantie last van hebben, Eva dringt aan om het nu aan te pakken. Een reuze aardige vent van de Renault garage repareert het euvel gratis. Da’s nog eens twee mensen gelukkig maken, en da’s nog eens een vakantie beginnen! Veel aankleding van de ruimte van Eisenach, binnen en buiten, zijn verwijzingen naar Luther en Bach, die hier beide geleefd hebben. Buiten standbeelden, straatnamen, plaquettes. Binnen bij hotels en restaurants affiches, gravures, met afbeeldingen van piano’s, violen en bladmuziek. Om nog maar van Luther-appeltjes en Bach-chocolade te zwijgen. Veel huizen lijken rond negentienhonderd gebouwd, groot en met grandeur. Het doet ons aan Karlo Vivary in Tsjechië denken.


Eisenach, Wartburg
zaterdag

Ik sta vroeg op, kijk of het weer goed is om te fotograferen? En gelukkig kan ik naar boven om beelden van de Wartburg te maken. Ik ga via een stijle weg door een dicht loofbos, en ik ben blij dat ik met de auto ben. Eerst nog vijf euro dokken om te mogen parkeren. Ja, ze zijn er vroeg bij. Dan verder naar boven lopen. Er is bijna niemand aanwezig, alleen soms een jogger. Da’s ook moedig om dat te doen. De toren van de Wartburg is ingepakt in bouwplastic. Geen mooi beeld. Het is zo rustig hier met al die natuur, dat ik het een en ander ga overdenken. Ik stel me zo voor dat Luther de stellingen op papier klaar heeft en denkt: waar zal ik ze eens ophangen? Op een kerkhof? Nee. Op een laag punt? Nee. Ik denk even aan de christelijke graven onder de grond in Rome van zo’n paar honderd na het jaar nul. Nee, da’s niks. Geen bereik van je teksten. Maar daarboven zo hoog op een deur waar iedereen langskomt om te gaan spelen. Dat is het, moet hij gedacht hebben. Later zegt Eva: maar die stellingen zijn niet hier opgespijkerd, dat was in Wittenberg. Hier heeft hij eraan gewerkt. Ook mooi, ook daarvan doe ik, alsof ik het begrijp.

Na het ontbijt nog eens naar boven. Nu zien we ook de binnenplaats van de vesting en meer van het geweldige uitzicht over de bossen aan alle kanten. Je zult hier maar mogen leven. De landgraven van Thüringen hadden vroeger die eer.

Verder deze dag naar Dresden. Het plezier van de reparatie aan de auto blijkt van korte duur. Het euvel is er opnieuw in al z’n hevigheid. Nu plaats ik een wig onder de beugel, die de auto nu weer even sluitbaar maakt. Inchecken bij het hotel en de auto in de garage.

Het water in de Elbe staat zeer hoog. We zien geen boten. In een restaurant worden we niet meteen hartelijk ontvangen. Dat kan aan veel liggen: verkeerd management, de luimen van de individuele werker, dat er net iets vervelends gebeurd is, ik noem maar wat. Ook is mogelijk dat de werknemers hier de Ossies, ons als rijke Wessies zien? We weten het niet, we weten het niet.

‘s Avonds gaan we naar een concert in de Frauenkirche. De concertcyclus heeft de naam: Met pauken en trompetten! Een mooie titel, dat wel, maar we horen vanavond geen pauken, wel een enkele trompet en een orgel. Ook mooi. In het programma staat dat we aan het einde mogen klappen, maar goed ook, want het was zeer warm. Ieder zit te draaien in z’n houten bank. Dan voorover, dan meer naar achteren, dan de benen links, dan de benen rechts. Een vrouw is onwel geworden en krijgt een glas water op medische gronden. Dat zouden wij ook wel willen, maar het concert gaat door.

Door het bombardement in de laatste dagen van de Tweedewereldoorlog is hier in de stad veel verwoest. Ze hebben daarna goed moeten nadenken over de combinatie oude gebouwen, voor zover ze er nog waren, en nieuwe. Schilderingen, die ramen moeten voorstellen, waar je niks door ziet en heel niet open kunnen, zijn aangebracht op nieuwe grote vlakke gestuukte muren en maken een mooie aansluiting op het oude.

In het Ibis-hotel zit er één gast in het café. Het is een motorrijder. Hij rijdt vanuit Műnchen naar Toscane of naar de Oostzee. Voor mij een jarenplan, voor hem iets voor een weekendje. Ja, zo’n tweehonderd veertig kilometer per uur op z’n snelst. Dat lijkt mij snel genoeg. Op circuits, zoals Assen, heeft hij wel drie honderd kilometer per uur gereden, zegt hij. Net voor het slapengaan voor mij geen lekker verhaal. Hij: vooral op de nieuwe wegen in voormalig Oost Duitsland kan je lekker doorrijden. Och, mijn Duits is vreselijk. Ik probeer mijnheer te vragen of hij letsel aan z’n benen heeft gehad? Hij zegt dat hij stevige beschermende kleding draagt. Ook goed om te weten. En ik laat het er maar bij. Ja, prosit.

oud Dresden
zondag

Veel uit de DDR-tijd is er tot op heden niet te zien. Wel nog het tegeltableau: ‘Lof aan de arbeider’ op het Kultur Palast aan het plein. Ten minste iets in het kader: zoek de verschillen.

Bezoek aan het Grűne Gewölbe in het Schloss. De hele gang van de bezoeker is voorgeregiseerd. Eerst wachten op een binnenplaats. Dan informatie in een apart kamertje met uitleg over de verschillende musea in het pand. Dan de beperkte tijd om naar binnen te gaan. Dan de check op het kaartje en het wachten tot je aan de beurt bent in een zaal met enkele stukken. Je moet dan wachten en kunt vast het een en ander bekijken. Dan het scannen van het kaartje, hierbij wordt de barcode gebruikt. Dan de vijf seconden in de glazen sluis, vijf lange seconden, waar je heel niet claustrofobisch moet zijn. Je wordt dan gescanned op onacceptabele spullen die je mee naar binnen zou kunnen nemen. En dan pas kom je in de zalen met kunstschatten, inderdaad zeer kwetsbare kunstschatten, waar je je kaartje voor gekocht hebt. We zien marmer, ivoor, edelstenen en porseleinen stukken. Wanneer je daar eenmaal bent, mag je onbeperkt blijven, meestal zo’n anderhalf uur, wordt gezegd. Uit het pand gaan gaat overigens sneller, je moet nog wel weer even in de sluis waar je gescanned wordt. Je zult maar in de verleiding geweest zijn om iets kostbaars mee te nemen.
Het gebouw heeft veel geleden onder het bombardement in de tweede wereldoorlog. De kamer met ivoor had marmeren muren en is nu marmer geschilderd. Er is een kamer met overal spiegels van vloer tot plafond. Wanneer de deuren dicht zijn, lijk je zelf, door de schittering en de herhaling in beeld, in een juwelendoosje te bevinden, een moment waarop je je koning voelt. We komen verder langs uitstalkasten met een ceremoniële wapens en attributen als juwelen. Wanneer je je hoofd beweegt glinstert en schittert het.

Het hoge water van de Elbe trekt veel bekijks. Er wordt veel geflaneerd langs de Elbe. We zien geen boten op de Elbe. Gek eigenlijk. De poten van de bankjes, die aan de oever staan, bevinden zich vandaag onderwater. De zitting blijft net droog. Een man stroopt z’n broek op, loopt het water in en gaat op het bankje op water zitten.

Het museum Zwinger bevat veel schilderijen. Ik erger me aan de donkerte van veel werk en zou het liever lichter zien, meer details zien. Enkele zijn schoongemaakt en daarbij moeten ze gedacht hebben, dan doen we meteen een nieuw likje goud op de lijst. Da’s weer teveel van het goede, ook geen gezicht, heel erg. Een schoongemaakt schilderij met een donker, niet schoongemaakte lijst lijkt me ineens weer wel dragelijk, deze mens is een wonderlijk wezen.

In de tuin van het museum fotografeert een Japanse mijnheer met een Nikon. Het lijkt mij dezelfde als die ik heb. Hij: ja, maar ik heb D50 en u heeft een D90. Dat is dan ook wel weer zo. Lachend gaan we verder.

In de Zwinger koop ik een boekje over de bruggen van Dresden. Als bonus tref ik achterin een zwartwit reproductie van Canaletto, die ik van Venetiaanse schilderijen ken, en die hier gewerkt heeft.

De Frauenkirche is in 1726 volgens gewijde protestantse architectuur kerk gebouwd. In een ander boek ben ik die ‘gewijde protestantse architectuur’ al tegen gekomen. Wat zou dat ‘gewijde protestantse’ inhouden? Wat is het verschil met de Rooms katholieke architectuur? Pas na het zien van de video in het bezoekerspand verderop, besef ik dat de kerk pas na de beginjaren van 1990 opnieuw opgebouwd is. Vanaf de oorlog tot 1990 is het een puinhoop, een stort met stenen, geweest. Alles lijkt nu oud, maar het meeste materiaal is dus opnieuw gemaakt. En dat de kerk pas vanaf 2006 open is en in de huidige schoonheid te beleven valt. Allemaal heel indrukwekkend. Stil.

We gaan naar de andere kant van de Elbe, naar de nieuwe stad. We lopen over een brede straat met veel bomen en moderne winkels aan beide kanten. Aan het einde van de straat is een plein waar zondags een rommelmarkt gehouden wordt. Daar zitten we op een terras en kijken naar een fontein, en spelende kinderen en eten en drinken goed. Geen liflafjes, maar goed Duits. Wanneer we teruglopen zien we dat het waterniveau van de Elbe wat gedaald is.

Frauenkirche
maandag

De Elbe is weer gestegen. Een krant spreek van ‘een doodsvloed’ op de voorpagina. Eva neemt de kerk stevig onder handen met haar camera. We beklimmen de Frauenkirche. In de lantaarn boven op de koepel kijken we driehonderdzestig graden rond. Altijd prachtig. Met het beeld van het oude gedeelte van de stad is beneden iets aan de hand. Het lijkt alsof je op een pas geschilderde maquette kijkt. Je kijkt naar onlangs gemaakte oude gebouwen. Al die oudheid ziet er vies van de nieuwigheid uit. Over tien jaar is dat natuurlijk helemaal weg. Bovenop de koepel, negentig meter hoog in de lucht, ruikt Eva braadworst. Dat geloof je toch niet?

Later die dag eten we buiten in een soort tuin aan de Elbe, de August Garten, biergarten am Narrenhausl zu Dresden. Hier krijg je veel bier en zoveel vlees, dat de mussen, hier zijn er nog genoeg aanwezig, er zelfs karnivoor zijn geworden.

We schrijven kaarten naar het thuisland. Tekst: Oude stad aan de Elbe, kerken, kunst, zon en heeel veel water, ook mooi, en groeten. Wanneer ik ze laat vanuit m’n hotelkamer nog even ga posten, blijkt het op de koopgoot, waar het Ibis-hotel aan staat, eigenlijk reuze gezellig, zo met pratende en drinkende mensen op terrassen tussen de flats, iets wat ik heel niet verwachtte. Modern is niet slecht.

Semper opera
dinsdag

Vroeg op om te fotograferen. Het licht is mooi. De Semper-opera is m’n eerste doel. Het Elbehochwasser stroomt en stroomt. Het niveau is niet veel hoger dan gisteren. Er schieten fietsers langs m’n oren. Eigenlijk een mooi beeld om te fotograferen, alleen erna komen net hier geen fietsers meer. Fietsers moeten hier op de voetpaden rijden. Soms eng. Vertrek uit Dresden.

In de gids staat een kleine toer. Eerst naar Vesting Konigstein. In het bos treffen we een parkeergarage. Vroeger zou ik dat niet zo gewaardeerd hebben. Nu weet ik dat al die lagen auto’s samen een groot deel van het bos weggenomen zouden hebben. Dus is stapelen eigenlijk wel goed zo.

Om het kasteel binnen te komen zijn er twee manieren, de eerste is onderaan de berg een lift te nemen en boven ben je meteen op de fortificatie. Ook is er een mogelijkheid om naar boven te lopen. Eerst moet je een aardige klim maken om bij de poort te komen, waar zich een kassa bevindt. Dan denk je: ha, ik ben er. Maar vergeet het maar, je krijgt na de kassa een ophaalbrug, dan ga je een soort vochtige straat op, die uitgehouwen is uit de rots, en moet je in een donkere gang naar boven lopen. Dan loop je in de duisternis onder een dreigend valhek door. De brede schuinoplopende gang maakt een bocht, waar gaat dat heen? denk je, en dan na de bocht zie je in de verte licht. Zeer onverwachts kom je boven in het midden van het fort. Een hooggelegen kasteel in een mooi landschap. Het kasteel is eerder een fort, er is veel militair vertoon. Kanonnen, en twee musea die over militaire zaken gaan. Ik zie een landschap waarin Märklin-treintjes in de verte rijden. De uitzichten zijn formidabel de Elbe stroomt laag onder ons.

De flat van het Ibis-hotel waar we verbleven heette Bastei, dus wij zijn nieuwsgierig wat Bastei hier ons te bieden heeft? Hier beginnen we met te parkeren, ongestapeld, in een bewaakt veld in een bos. We lopen door en klimmen en komen bij rotsformaties. We bevinden ons op enge hoge plateautjes met diep onder ons de Elbe. Boe wat hoog, en mooi.

Eva vindt in de Michelin gids een eenvoudig hotel in Coswig, dat landelijk ligt en vaak door fietsers bezocht wordt. Wij hebben thuis ook fietsen en stellen de Tomtom in, het leven is zo gemakkelijk, en we rijden er met de Kangoo rechtstreeks naartoe. Niks geen verouderde kaarten, niks geen upgradings, hij doet het gewoon. We betrekken een appartement met zicht op wijnvelden. Wat een heerlijke luxe.

Het avondeten gebruiken we op een terras met zicht op de wijnstokken met een ondergaande zon. Ik vraag wijn van deze streek, en ik vraag later snaps, of obstler van hier uit de omgeving, maar de ober serveert beide niet vanwege redenen die ik vanwege mijn schamele begrip van het Duits niet begrijp. Gelukkig is er meer. Hij sluit dit deel van de conversatie met te stellen dat ik een volwassen glas wil? Nou dat wil ik zeker, heerlijk. Ik denk dat morgen het weer goed weer wordt. Eva vraagt zich af, hoe ik daar nu weer op kom? Ik: nou, als het morgen zou regen zou de boer, die wat lager dan ons terras op en neer rijdt langs de rijen planten, niet z’n wijnstokken besproeien. Alle chemie zou er zo afregenen.

Als ik later onder aan de berg op de kruising van de weg kom, zie ik een plakkaat van de samenwerkende wijnboeren, waarop adviezen staan om te spuiten, omdat er schimmelvorming dreigt. Nog nooit zo’n bericht aan de openbare weg zien hangen.

Op de televisie de nare beelden van een overstroming in het gebied waar Polen, Saksen en Tsjechië elkaar raken. Droevig om te zien.


woensdag

Het stadje Misena is Meissen gaan heten. De eerste keer dat ik van het porselein van Meissen hoorde was bij ‘Stiefbeen en zoon’, een televisieprogramma in de zestiger jaren in Nederland. Even een stukje cultuurgeschiedenis en ja, zwart-wit televisie heeft echt bestaan. De vader en lompenhandelaar Stiefbeen legde aan de zoon uit, dat porselein met de gekruisde sabels onderop, veel waard was. Bij het toeristeninformatie bureau vraagt Eva waarom er geen boten op de Elbe varen? Zij: ‘Jah, Hochwasser.’ Ze spreekt ons toe met een toon van: dat wij dat zelf ook wel hadden kunnen bedenken. Ja, dat is natuurlijk wel zo, maar dat weten wij als toerist toch niet zeker. Later lees ik dat ze hiervoor een woord hebben: Hochwassergefahr. We fotograferen het hoge water, de kathedraal en lopen door het stadje. De kathedraal heeft tegenwoordig géén eigen gemeente, wel een heeeeele lange geschiedenis.

Aan Meissen is hard gewerkt. Vanaf de burcht zie je dat de daken van het stadje, der Altstad, schoon rood van nieuwe dakpannen zijn. Ze zijn dus recent vernieuwd, en vrijwel allemaal. Een zee van bijna stralende rode daken. Eigenlijk vind ik dat een symbool van de Wende, van de Wiedervereinigung, van de nieuwe aanpak na het staatssocialisme. Nu vanwege het weer valt het helaas niet goed te fotograferen. Een betekenisvol beeld, een symbool beeld.

Er zijn in het gebied waar het dorp overgaat in het boerenland veel wegen en weggetjes, en ze lijken samen wel een doolhof. Zouden we ooit de weg naar ons vakantieadres terug kunnen vinden? Niet getreurd, we pakken de Tomtom, en alah, we staan binnen vijf minuten voor ons hotel. Het heeft vandaag niet geregend, het was bewolkt en drukkend warm.

Op televisie zie ik in een regionaal programma een kolkende rivier. Tegen een brug is een ijzeren ponton klem gedreven. De brandweer doet alle moeite het ponton, het lijkt iets militairs, uit het water te krijgen. Het water stroomt en stroomt. Een van de brandweermannen wordt geïnterviewd. Hij: wanneer het nu ineens loskomt door alle waterkracht van de rivier, drijft ie naar de volgende brug en kan hij schade aan de pijlers aanbrengen. En mogelijk bij de volgende brug, en de daarop volgende brug. Daar moet je niet aan denken. Aan het slot van de reportage blijkt het ijzeren gevaarte gelukkig op de wal te liggen.

We eten opnieuw op het terras voor het restaurant dat naast ons appartementengebouw staat. We zitten op een balkon met boven ons groen, onder het balkon begint de wijnbouw en in de verte het dorpje en nog verder een ondergaande zon. Ik eet hert, ja een stukje dan. De begroeiing tegen het huis en op het terras maakt wel, dat we meer insecten tegenkomen. Het moet maar. Het landelijk gelegen hotel vind ik het lekkerst, je kunt heerlijk naar buiten lopen, je ziet het boerenland. Ik wil er zo naar terug.

Meissen

donderdag

Opnieuw bezoek aan Meissen, nu de porseleinfabriek. We krijgen een uitvoerige uitleg. De grondstof voor het porselein wordt in mallen gedrukt, en daarna de vormpjes, blaadjes of oortjes, of wat, op een reeds aanwezige grondvorm geplakt. Tijdens het bakken van het materiaal verliest het water en formaat, zo’n twintig procent kleiner is het dan. Uiteindelijk ziet het er dan uit als een soort gelakt marmer. Daarna wordt er gekleurd glazuur op geschilderd. Leerling schilders beginnen met vogeltjes, daarna in stappen over naar druivenbladeren, bloemen, theaterfiguren en draken zijn het moeilijks. Het valt niet te beschrijven zoveel schoonheid je hier, en in het museum, ziet. Alles heel verfijnd, alles heel duur. Wanneer er een foutje aan zit, zoals het niet helemaal sluitend zijn van een gouden rand, ja, ook die wordt met de hand en kwast aangebracht. Dan gaat het stuk naar de voordeelwinkel, of ‘de outlet’ in goed Duits. Eva maakt een grapje in het café: en dan nemen we hier een kannetje mee! Ik: ja een Meissen-china versie. We tillen het vaasje om en het blijkt nog een echte van hier ook; duur, duur.

Verder op pad naar Leipzig. Regen in Leipzig. Jasmijn is er met het orkest en vraagt of ze de beelden op de nieuwe digitale camera mag zien. Ze vindt die van Meissen ook sterk. We wandelen naar de Peterskirche om te kijken of die er nog staat, en of het affiche van het concert van morgen er hangt? Beide blijkt waar. Ik heb enkele maanden geleden een tekst vertaald over deze kerk. En ik raak een beetje teleurgesteld, ik herken er weinig van. Toch die tekst nog eens ter hand nemen.

We komen aan de rand van het centrum op een festivalterrein. Er staat een groot podium op een groot bestraat veld, en aan de buitenrand daarvan tenten met eet-en- drinkstandjes en daarbinnen allemaal tafels en stoelen en parasollen. Op het toneel staat een scherm en er worden DVD’s gedraaid van concerten. Het lijkt me makkelijk om cultureel te doen en dan dvd-techniek te gebruiken. Zo kan ik voor weinig geld ook cultureel doen. Maar er blijken soms ook live optredens te zijn. Vrijdag zal hier het Gewandhaus orkester onder leiding van Ricardo Chailly optreden. Nu ook weer niet de minste. Wat betekent het eigenlijk: het Gewandhaus orkester? Ja, je zegt ook Concertgebouw orkest, dus het heet naar het gebouw. Leipzig is een muziekstad met historisch verwijzingen naar componisten die hier geleefd hebben, met muziekscholen, musea en muziekzalen. Arm Saksen, vandaag nog meer regen, en er staat al zoveel onder water.

Ook hier in deze plaats hebben we ons verschanst in een Ibis hotel. Wanneer je wakker wordt hoor je het klateren tussen de hoge gebouwen, en je denkt: het regent. Maar dat valt dan even later mee. ‘s Avonds om half tien stopt het fonteintje op de binnenplaats. Trusten.

werkkamer Mendelssohn, Felix
vrijjdag

Vroeg naar het museum: Museum der bildende Kűnste. Het nieuwe museum met oude en moderne kunst. De architectuur ziet er stevig uit: met hoge ruimten, hoge deuren, hoge liften en ga maar zo hoog door! Ik moet soms lachen om de schilderingen van Neo Rauch, en waarom kan ik niet verklaren? Hij heeft het wel!

Wat wordt er aan Leipzig gewerkt. Een grote ondergang onder het centrum, veel bouwputten en bouwkranen. Eva vindt het niet prettig: ik ga weleens terug als het klaar is! Maar in een boekje tref ik een tekst waarin staat dat het al twintig jaar aan de gang is. En in een krant lees ik dat ze verwachten dat het nog wel twintig jaar zal duren.

Bezoek aan het Mendelssohn huis. Want: Felix macht glűcklich! Dat is hier de slagzin, en dat willen wij ook wel. Wanneer je zo in het museum van Mendelssohn bent, lijkt het alsof je hem beter begrijpt. Ja, hij leefde met z’n gezin, met vijf kinderen in deze ruimten. Dat is de muziekzaal, dat is de keuken, en waar sliepen de kinderen dan? Is ineens een vraag. Alle ruimten hebben specifieke functies, dus ze sliepen samen in die ene kamer? Het lijkt te leven, hij lijkt te gaan leven voor je. Een gelukkige ontmoeting.

Daarna eten wij in het Bayerische Bahnhof. In de ruimte staan, terwijl er gasten zijn, gewoon de koperen bier-dingen te pruttelen. En toch ruik je het niet. Bij al het consumeren eigenlijk een geruststellende gedachte dat er ook geproduceerd wordt. Je moet er niet aan denken dat er tekorten ontstaan. Goed bier, goed eten, goede ruimten. Sommige deuren gaan, wanneer je aan komt lopen, zomaar vanzelf open. Het lijkt wel een attractie in een pretpark. En je ziet heel geen motoren, of andere krachtmechanismen. Hoe werkt dat? Nee, je loopt op de deuren aan en ze gaan gewoon open voor jou, voor jou als majesteit! Eva vertelt aan tafel dat zondag bij het museum ouderen bij haar in de rij stonden en elkaar over de DDR-tijd vertelden: vroeger stonden we ook in de rij wanneer we iets konden kopen. Als je een rij zag ging je erbij staan, ook al wist je soms niet eens wat er te koop was. De vrouw vertelde dat ze zo weleens een kist bananen had gekocht. Die moest ze dan daarna verdelen binnen haar familie. Maar vandaag de dag is het anders. Hier Geniest man mit grossen Züge! In grote teugen, maar Zuge zijn ook treinen.

Concert van het Jon in de Peterskirche. Ik vraag aan Katja, directeur: wo ist der Kassa? Zij: do ist der Kassa! Ja, daar moet je Koot en Bie voor kennen. Leuk is het zeker. Helaas zijn er voor het concert weinig bezoekers, maar het is een mooi concert. Wat hebben ze gewerkt voor de Here, zou vader Lindijer gezegd hebben. Bravo! Bravo voor de jonge musici! Hoe kan je ervoor zorgen dat er meer mensen van zo’n mooie uitvoering genieten? We spreken erna over de marketing van het orkest. We komen op veel ideeën, waarbij gebruik van je kontakten op het conservatorium, mailings via internet en opsturen van DVD’s naar televisieprogramma’s opties zijn. We lopen door de regen naar het hotel. Arm, arm Saksen, nog meer regen.

Thomas kerk
zaterdag

Fotograferen in de vroege ochtend. Er: wo kommen sie von? Ich: von Holland. Er: ‘Ein Landesman kommt heute.’ Ich: ‘interessant!’ Allemaal heel dicht bij de Thomas kirche.

We lopen naar een gedenkplaats met de verkeerde naam ‘Volkerschlachtdenkmal’, in een park buiten het centrum. De natuur is er mooi. Wel een grote grijze vijver met karpers, maar verder al het bouwwerk is groot, grof en verweerd cement, of zoiets. ‘Zum Ruhmeshalle,’ staat ergens, in de hal staan beelden, vier deugden beelden ze uit, dan zijn het geen treurders, toch? Ook staat ergens: da’s schönste denkmahl. De naam van het bouwwerk, en de verweerde hoop beton zelf, staan me tegen.

Middag: Bachmuseum en Thomaskirche. ‘Um Gott zu ehren’, komt hier als tekst veel voor. In het Bachmuseum, het museum met de vele goede koptelefoons, bevindt zich een geluidsdichte kamer. Je hoort als bezoeker een werk van Bach. Je kunt er zelf een stuk kiezen. Aan de muren zie je alle instrumenten uit die tijd en onder ieder instrument een schakelpaneeltje. Wanneer je de knop bij het instrument indrukt, gaat er een lichtje aan en wordt het geluid van dat instrument versterkt. Bij sommige instrumenten gaat het licht helemaal niet aan, die doen dan in dat stuk wat je dan hoort niet mee. Voor ons zijn vandaag de knoppen van de trommels en de contrabas favoriet.

Nog nooit in m'n leven heb ik vooraf aan een kerkdienst een bedrag betaald. Wel bij collectes, maar niet voor de toegang. De dienst in de kerk begint met het brengen door schooljongens van een zonnebloem naar het graf van Bach. Raar, we gaan een concert horen van de componist die in deze kerk begraven ligt. Mij lijkt dat door het graf de zangers en muzikanten er beter door presteren. De Thomaskirche heeft een koor en dat bestaat al honderden jaren. Zelfs al ver voor de tijd dat Bach leefde, bestond het al. Het koor bestaat uit een soort Wienersangerknaben, jongens in matrozenpakjes. Ze volgen naast de kooropleiding meteen een goede school opleiding. Het koor zit boven op het balkon en maakt zich gereed voor de dienst, voor het concert, van zo meteen. De dirigent is streng, maar ‘muss er auch sein.’ De jongens moeten van plaats verwisselen en het gaat mijnheer niet snel genoeg. De mensen in het middenschip beneden zitten met hun rug naar het balkon. Arme hunnie. Misschien hoor je het zo wel beter. Wij zitten op een zijbalkon, en zien en horen aardig wat. Ik kom op de gedachte: zo in je eigen taal zingen, wat de zangers zo doen, maakt de betekenis sterker. Zou ik dat voor het Nederlands zingen ook vinden? En na de dienst ‘niet klappen’, staat in het foldertje. Wel moeilijk, het is mooi. We krijgen in de dienst ook een preek waarbij de verhouding christendom islam aan de orde komt. Het kindje in de kerk hield de hele anderhalf uur het goed vol. Af en toe een kreetje. Allemaal: ‘Um Gott zu ehren.’

Aan het slot van de vakantie weet ik nog net een beeld te fotograferen, een standbeeld voor een flatgebouw, dat me aan het DDR tijdperk doet denken. Een man en een vrouw die aan gymnastiek doen. Oost Duitsland was tientalle jaren internationaal een van de beste landen in deze tak van sport.

We gaan weer naar door ons gisteren tot favoriet gebombardeerde restaurant aan het spoor zonder rails. We merken dat een ouder stel, ja nog ouder dan wij, dat enkele tafeltjes verderop zit, precies hetzelfde gedacht heeft. Hier 'geniest man mit grosen Zűge!'

Hotel-overdenking: wonderlijk, vroeger deed ik, wanneer ik op m’n hotelkamer kwam, meteen de televisie aan en schakelde dan voor het laatste nieuws naar CNN. Die zender lijkt hier wel helemaal verdwenen.

muur met vrijheid
zondag

Een hele tocht met veel regen en naar huis. Erna draai ik ineens allemaal Mendelssohn muziek, muziek, muziek, muziek.


verblijf:

. Eisenach: Eisenacher hof, Katharinenstr. 11, 99817, Eisenach..
. Dresden: Ibis Hotel, Pragerstrasse 5, 01069 DE. Dresden.
. Coswig: Hotel Am Tankenberger Hof, Am Tankenberger Hof 15, Coswig .
. Leipzig: Ibis Hotel, Brühl 69, 04109 DE Leipzig.

gelezen:

. Onzichtbaar, roman, Paul Auster, Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 2009.
. Leipziger Volkszeitung, krant, van 14/15 augustus 2010.

gehoord:

. Concert Jeugd Orkest Nederland met zang van Tania Kross.
. Concert in de Thomaskirche.

tekst:

. Leipzig und seine Kirche, Peterskirche, Evangelische Verlaganstalt, Leipzig, 2006. Vertaling pag. 43-45.
. De groene gids Duitsland, Michelin, Lannoo, 2008.
. Dresdner Elbbrucken in acht Jahrhunderten, Dresdner Hefte, 94, 2/2008.

niet gedaan:

. In Leipzig: uitgeverijen.

en zie:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Dresden




6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com
drieshondebrink©