Powered By Blogger

7 - Umbrie 2011. Sterren luisteren.

7 de

zevende verhaal / seventh story 

Sterren luisteren

Vakantie Italië, Umbrië,

30 juli tot 10 augustus.

30 juli

Het station in Rome heeft twee perrons ‘een’ en ‘twee’. Het ene stel heeft een toevoeging: west. Je moet het maar weten.
Eerste bezoek Eurospin, ik koop kaarsje van de paus. Padre Pio is ook in de aanbieding, maar met die bijbelse krasser in z’n eigen hand, daar heb ik nog niet zo veel mee. Zelf zal hij het wel moeilijk gehad hebben. Wat trekt me nu wel aan een rode kaars met een afbeelding van Paus Johannes de drieëntwintigste? Breng maar eens onder woorden wat daar zo bijzonder aan is! Als ik nu eens probeerde te begrijpen wat die paus voor Italië betekende?



31 juli

Niemand houdt zich meer aan de zondagsrust, veel winkels zijn open.
De ladder staat hier op het land permanent in de perzikenboom, kortom doorgaande oogsttijd. De boom is gesnoeid, en nu is de oogst geweldig. De perzikenboom heeft nog nooit zoveel vruchten gedragen. Die goede oogsten zijn toch om de twee jaar? Nee, om het jaar! Op het land staan vijgen-en walnotenbomen, tomaten, courgettes en nog meer.
De haan en kippen komen van oude Italiaans geslachten. Ze zijn in Grosetto gekocht, ook niet naast de deur. Naast mijnheer de haan, zijn er, een witte, een bruine en een grijze kip waarbij van de laatste de poten geknipt zijn. Toch loopt ze er goed mee, lijkt het. Als de ene haan kraait, kraait een kilometer verderop in het land er ook een, als een soort antwoord. En het lijkt een vraag en antwoordspel, het gaat over en weer. Ook een volgende haan van een andere hoeve breekt in en kraait alsof het een lust is. Wanneer die andere haan van te ver kraait, stopt de onze huishaan. Hier tokken, als de haan z’n kraai gelaten heeft, de kippen af en toe zachtjes, als een klein instemmend koortje. Als hij een slak vindt, wat hij lekker vindt, geeft hij een signaal naar de kippen en geeft de slak aan z’n kippen. De haan en kippen zijn van verschillende rassen. Toch vormen ze een club, één familie. En dan nog: de haan maakt een rochelend geluid, wanneer ie rondstapt. Het lijkt op spinnen van een kat. Het klinkt niet zo charmant.
sAvonds drink ik Zibibbo, een zoete wijn uit Sicilië. Hoe wordt dit gemaakt? Ik vind de wijn lijken op Madeira. Maar of de wijn ook verhit wordt, of niet, weten we niet?

Borgo Tre Roze
1 augustus

Het vliegveld in het plaatsje St Egidio heet nog even Perugia- Sant’Egidio International Airport. Maar heet straks ‘Airport Perugia - San Francesco d’Assisi.’ Een hele mond vol, die naam. Ik neem een dubbele koffie en een brioche. De prijs is zo laag, op Schiphol zou je er hooguit een schoteltje voor krijgen. Huurauto, een zwarte Smart, halen, en ik op weg naar Montepulciano. Door het weer thans de beste optie.
Het land ligt er zeer verzorgd bij. Wat wil je, ik ben in Toscane. Toscane is het land waar alle arme rijken, en rijke armen, of zeg maar gewoon rijke mensen op vakantie gaan. Ik kom langs Borgo Tre Rose, een luxe nederzetting. In Montepulciano beklim ik het stadhuis. Na de kassa tussen het archief, met rijen ordners, moet ik een klein, maar zeer oud, middeleeuws trappetje beklimmen om op het dak te komen. En zie: het landschap, het Toscaanse landschap en de daken van de belangrijke gebouwen. Beneden in een van de straten een decoratie van della Robbia, Lucca of Andrea, kweet niet welke, maar wel een kerstkaart waard. Allemaal prachtig.
sAvonds steek ik de paus aan.


Gubbio
2 augustus

Vroeg op voor bezoek Gubbio. Zie het opbouwen van de markt. Het riviertje door de benedenstad heeft geen water. Een schoonmaakactie? Het beroemde plein, het Piazza Grande boven is rond acht uur nog vrijwel verlaten. Het zal zo niet vaak door een toerist gezien zijn. Het plein is in volle zon. In m’n gedachten komen de regenbeelden van twintig jaar geleden boven.
Ik loop de berg op, de weg gaat door bos, alles in het kader van het thema: hoe ligt Ubaldo erbij? Wat heeft die Ubaldo voor’n goeds gedaan? Ik kom soms joggers tegen die de berg ophollen? Jongeren lopen het met gemak, zelfs met een rugzak. Hoe is dat mogelijk?, schrijft hij een beetje jaloers. Ik zie ook een echtpaar en een kind lopen. De man groet: salve! Het zal een soort Gruss Gott, zoals ze in Oostenrijk zeggen, zijn. Nog nooit heb ik deze term als groet gehad. Wanneer ik het later bespreek blijkt het ‘gegroet’ te betekenen, zonder religieuze bijbedoeling. Verder naar boven en halverwege de berg: veel bramen. Er gaat een kabelbaantje over m’n hoofd. Je moet er vanuit het bakje een prachtig zicht hebben. Op het landje in de buurt mogen er geen dennennaalden op de composthoop, want die verteren niet. Dan moet een bos helemaal onverteerd zijn, denk ik zo voor mezelf.
Ubaldo ligt in zijn basiliek hoog opgebaard in een glazen kist. Hij heeft een open mond, gets, hij is nog echt ook. Het zingen van kloosterlingen hoor ik via een luidspreker. De kaarsen, die in het merkbeeld van Umbrië staan, die in de race van de houten Ceri op vijftien mei vanaf deze berg naar beneden worden gedragen, zeg maar getorst worden, heb ik niet gezien. Jammer.
In de kathedraal van Gubbio, Il Duomo, gewijd aan Mariano en Giacomo, maak ik een foto van een schilderij. Nog een kerstkaart. U bent gewaarschuwd. En het rozetraam is schitterend.
Rond twaalven kom ik weer op het hoge plein voor het stadhuis. Jongens voetballen, ze moeten in een bepaalde richting een hoek mijden, anders ligt de bal zo in de benedenstad.


3 augustus

Een dag van niks, of beter een dag van niks doen, woensdag, kuitendag, rustdag. Het huis is monumentaal stil als ik wakker word. Ik heb tijd voor overdenkingen, zoals: gaan moslims met ramadan met vakantie? Ik zou dat moeilijk vinden, overdag je onthouden van eten en drinken. Verder zou ik zelf deze hele dag wel kunnen slapen, deze mens worde oud. Het is heerlijk om naast de doos met de rijpe perziken te lezen, steeds die heerlijke geur om je heen.
Via internet chat ik met Jasmijn in Schotland, die nu ook online is.
Een stukje consumenteninformatie: heel de vakantie valt ons de kosten mee van een drankje of een kop koffie en een broodje.


detail fontein Perugia
4 augustus

Tanken. De Smart is geen grootverbruiker, het heeft een kleine tankinhoud. Ik tank twintig liter. Daarna een dooltocht naar het kabeltreintje, of de rups, zoals ze hier zeggen. Een rups die zich een weg door de berg eet. Als ik volgende keer vanaf de autostrada de afslag ‘Madonna Alta’, die naar het stadion neem, kom ik er wel.
Wandeling langs Etruskiese zaken die nog in Perugia aanwezig zijn. Heel veel water gedronken deze dag.
Ik loop langs een vrouw die alles van vrouwelijke conventen, die in de stad aanwezig waren, weet. Ze geeft er lezingen over. Ze praat honderd uit tegen iemand in de straat. Ook zie ik iemand die alles van de Etrusken weet. Zij heeft de wandeltocht, die ik eerder deze dag gelopen heb, mee samengesteld. Bijzonder, bijzonder.

sAvonds eten aan het stille Trasimene meer. Er is een restaurant met een groot buitenterras eromheen met zicht op het stille meer. Je moet je eten en drinken zelf uit het restaurant halen en dan een plek in de tuin zoeken. Italianen vullen meteen een ruimte waar ze samenkomen of zijn. Er zijn veel jonge mensen hier, en de gezellige bedrijvigheid doet me ook aan Fellini-filmscenes denken. Ieder is zo op z’n gemak dat het gesprek gaat over het samen opzetten van een dergelijk restaurant. Er moeten nog wel enige vergaderingen volgen. Een top avond.

5 augustus

Wanneer ik sochtends op m’n telefoon de tijd wil bekijken, lukt dat van geen kant. M’n ogen focussen niet, na een half uur gaat het een stuk beter.
Ik ga fotograferen.
In het algemeen kan je hier over Norcia stellen; jammer dat er geen slagerijen zijn! Ik koop broodjes met beleg. In Norcia zien we in een overdekte ruimte naast de kerk stenen kuipen. Het waren in de middeleeuwen maten voor de handel in granen. De vergelijking met de maten van meters uit steen gehouwen naast de ingang van de markt van Perugia is dan makkelijk gemaakt. Een soort geschiedenis in steen.
In Norcia hangt op meerdere plaatsen een foto van het gebied boven met bloemen, prachtig. Heel niet eenvoudig om te fotograferen. Ik schat in, dat er eenmaal per vier jaar zo’n foto, wat weersgesteldheid betreft, gemaakt kan worden.

Nu gaat het beginnen: de hoogvlakte met Castelluccio. Wanneer ik na Norcia boven op de vlakte kom, blijkt er geen dal te zijn. De eerste blik is er een van een teleurstelling: er is geen vlakte. Ik zie van boven op een wolk. Iets wat ik wel eens in een vliegtuig heb gezien. Wanneer je in de verte gaat turen zie je wel een puntdorpje boven de wolken uitkomen. Een beeld in het klein dat lijkt op Mont Saint Michel of het witte zweefkasteel in de Droomvlucht van de Efteling.


Het lijkt alsof er vandaag hier niks valt te fotograferen. Boven mij lopen paarden. Op weg naar een lager gebied, en ik rijd, ik huiver een beetje maar het moet, en ga de witgrijze wolk in. De wolk is eigenlijk een dikke mist. Ik ga met de Smart de linkerkant op. Ergens moet toch Castelluccio liggen? Wanneer ik boven de wolk uitrijd en in het dorpje aankom, valt het niet-kunnen-fotograferen wel weer mee. Op de muren staan in grote witte letters teksten. Ze vormen een soort krant, die alleen de inwoners van het dorp kunnen lezen. Een bijzonder dorp dat Castellucio, ik zie een plaquette met teksten van Mussolini. Zou het voor, of tegen hem, bedoeld zijn? Ik ben bang dat het vóór hem is! De plaquette is in een grafische stijl van de dertiger jaren, da’s mooi. Later vind ik de volgende vertaling:
‘Het Italiaanse volk deed met zijn bloed het Rijk ontstaan, met zijn werk heeft hij het bevrucht en met zijn wapens zal hij het tegen iedereen verdedigen. In deze volle zekerheid, legioensoldaten, heft omhoog de blazoenen, het ijzer en uw hart, om na veertien eeuwen de terugkeer te begroeten van het Rijk op de noodlottige heuvels van Rome. U zult dit waardig zijn. Deze strijdkreet is als een eed, die u verplicht tegenover God en tegenover de mensheid voor leven en dood. Mussolini. De Grote Raad van het Fascisme drukt de dankbaarheid uit van het Vaderland aan de Duce, Stichter van het Rijk.’ Bijzonder dat zo’n plaquette nog in de openbaarheid hier hangt. In Nederland zou zoiets weggehaald worden, lijkt mij. (zie tevens een commentaar onderaan de tekst).


ochtend in Castelluccio

Castelluccio lijkt wel ‘het losse’ van Terschelling te hebben. Met z’n bijzondere gebieden, het vrije van de mensen, een paardenranch, souvenirshops, rooms, enzovoort. Niks moet, en zet m’n auto daar, dan zet ik m’n auto daar! Een gebied waar ik zo een borrel wil drinken, maar dat doe ik niet, wat het autorijden betreft. Rond tien uur is de dikke witte deken weg, en ik zie het volle landschap. Ik rijd verder. En ga fotograferen. Het lijkt alsof de blauwe bloemen ingezaaid zijn. Loop ik nu een oogst te vertrappen? Later wordt uitgelegd, dat in de velden van de linzen men de bloemen laat staan. Dat bij het oogsten men de bloemen eruit haalt. Op het land maak ik de foto’s van het hier bekende, zeg maar beroemde landschap. ‘De verloren vlakte’ is een deel van de hoogvlakte, een verloren gegaan gebied, in een middeleeuwse strijd. Ik zie in het open veld een grote witte boerderijhond (pastore abbruzzese, een herdershond van de Abruzzen). Hij loopt richting kudde. Wat een beest, ’t lijkt wel een wolf. Ik wacht even met doorlopen.
Weer in de auto en ik rijd naar hoger door. De afgronden beangstigen me. De afgronden zijn zo stijl, dat ik niet durf om te draaien, ook al zou ik dat wel willen. Dan maar door rijden naar het hogere. Boven zie ik een hotel, dat is niet open. Verderop zie ik een hut met allemaal ski’s achter een opengebroken deur, ik had ze zo mee kunnen nemen. Vast eigendom van een club. En het zoemt, het zoemt. Eerder dacht ik dat de Piano Grande een grote vlakte was waar wilde bloemen voorkwamen, veel bloemen. Van bovenaf zie ik nu allemaal nette kavels grond, landbouwgrond, men verbouwt er linzen. Zijn de bloemen in die velden dan ook ingezaaid?


Ik verlaat het dal tussen de Sibillini. Daal weer met de auto naar Norcia. Ga daar door de oude stad langs de overblijfselen van Benedictus. Benedictus en Scholastica leefden rond vierhonderdzestig na Christus, dus vrij vroeg in de jaartelling kan je wel stellen. De kerk is gebouwd op het Romeinse huis van Benedictus. Verder bij Wikipedia de Romeinse info bekijken.
De hitte aan de stadsmuur van de oude stad valt me zwaar. Het stuur van de auto is brandend warm. Ik puf en ik puf: niks geen onderzoek meer, op naar huis!

Ik kan niet eens lezen, zo bevangen van de hitte ben ik. Het journaal op de televisie opent met het arresteren van kopstukken uit de gezondheidszorg. Sjesende politieauto’s rijden langs huizen en door het landschap. Mensen met tijdschriften voor hun gezicht moeten instappen. Net Italiaanse zeventiger jaren films. Daarbij werden dan lui van de maffia gearresteerd. De beelden zijn allemaal kort gesneden, tak, tak, tak. Daar zit een idee, een model achter. Misschien is het: we hebben het al zo vaak gezien. Laten we er maar korte flitsen van tonen.
En dan heb ik de notitie: een koud biertje is hier al snel geen koud biertje meer. Maar het precieze moment kan ik niet meer herleiden. Warm was het wel.

6 augustus

E
n toch wordt het een goede dag. Een tegenvaller is echter: de financiële problemen van Italië zijn zo ernorm dat de saneringen die in 2013 en 2014 ingevoerd zouden worden, per snel ingevoerd worden. Voor ons ‘plan twee’ waardoor het een topdag wordt. Geen sterren kijken, maar sterren beluisteren. Het is warm, het is warm.

Van de kerk, de San Bevignate, wordt verteld dat hij mooi in het licht gezet wordt. Helaas is dat vandaag alleen geldig voor de binnenkant, de buitenkant blijft donker. De kerk behoorde toe aan de Tempeliers, een orde die in de loop der tijd door de paus is tegengewerkt. Ze werden te rijk en te machtig. De fresco’s zijn de enige afbeeldingen van de orde in Italië. Hooguit in Frankrijk zijn er nog een paar schilderingen meer te vinden. Op de fresco’s is altijd een rondje met een kruis erin te zien, symbool van de Tempeliers. De Tempeliers hebben veel goeds gedaan, maar ook veel geweld gebruikt. Dus naar huidige normen is het ‘stoppen’ van de orde geen slechte zaak.
De kerk heeft wel meer dan honderd jaar als godshuis leeggestaan, en als opslag voor het een of ander gediend. Ik ben vroeg voor het concert. In de hele kerk, hoog en laag, op willekeurige plaatsen bevinden zich enkele fresco’s, of delen ervan, en er zijn hier en daar iets donkere vierkanten te zien. Het lijken wel uitgevallen tegels te zijn. De kerk lijkt wel een besmettelijke ziekte de te hebben. Uitleg: de vierkanten zijn een soort proefboringen om te kijken of eronder fresco’s, schilderijen bevinden?
We horen het Orchestre de Jeunes de la Monteregio, het jeugdorkest van Montreal. Het staat onder leiding van Luc Chaput. Ze spelen Brahms, Dvorak, Puccini, Verdi, Korsakov en Strawinsky. Het doet ons aan de concerten met Jasmijn denken. Geweldige inzet van allen, wat goed, ware jonge sterren.
Nog enkele punten. Een: De worst heet ciauscolo. Die met de venkel, en is smeerbaar. Twee:  bij het schrijven heb ik de norm, dat ik gebruik maak van wat ik zo al in me heb. Probeer het maar eens anders te doen.


7 augustus

sOchtends, zesuurdertig op, fotograferen. Dorp met zonnebloemen. Het vroege licht geeft thans problemen door kleine wolkjes boven de horizon, waardoor het licht gefilterd wordt. Als de zon na een uur hoger komt, is dat probleem opgelost.
In Magione ontmoet ik een jonge man met een jonge roofvogel aan een koord op z’n hand. Hij noemt hem Pipo. Thuis eens vragen wat voor’n soort vogel het is? Doordat het beest jong en nog schuchter is, ziet hij er niet bepaald roofachtig uit. Meer een siervogel uit een kooitje en leuk. Ik maak foto’s en bedank de jongen. Hij: niente.
Ik maak een foto van het meer met op de weg een klein rood driewieler wagentje met boer. Voor mij heel Italiaans. Van halverwege de berg stap ik in en ga naar het meer beneden. Blijkt m’n rem het niet te doen, paniek gevoel. Goed dat er geen verkeer is. Wat ik ook intrap, de rem weigert, wat is hier aan de hand? Wanhopig probeer ik hem te stoppen met de handrem, ik krijg het heet. Dit moet je niet in een stad met veel verkeer om je heen hebben, hoe moet je dan stoppen? Onderaan de berg maak ik een bocht naar rechts en stopt de auto. Wanneer ik erna, na een paar keer diep ademhalen, de auto start, blijkt de rem weer te werken. Kennelijk ben ik zonder motor naar beneden gekomen. Maar wanneer er stoom op het systeem komt, werkt de rem wel! Dat had ik eerder moeten weten.

In Monte del Lago beierde de kerk alsof het een lust is. Niet veel volk komt, ik zie een prachtig fresco in een kerk. Dan San Feliciano.
In San Feliciano loop ik op een voetpad naast het meer. Ik ga langs een auto en voor mij loopt voetje voor voetje een vader en een kindje, dat maar net kan lopen. In een stilstaande auto zit een stevige Italiaan. De man toetert, ik denk nog: wat een dikke druktemaker. Maar ik hoor hem vanuit de openstaande ruit roepen: ‘het mutsje van het kind!’ In m’n loop zie ik voor me op de grond een roze mutsje liggen. Ik raap het op en in een doorgaande beweging geef het aan de vader met het kleine kind, dat voor me uit wandelt.
Ik fotografeer op de visafslag.
Gek dat die jongen zo vroeg met de vogel op is vanochtend? Het dorp heeft gisteren gefeest, en vanochtend is hij vroeg op? Waarom feestte hij niet? Een ander: ja, dat is zo wanneer je dieren hebt, die gaan voor! Echte info voor een stadsmens. Iemand, die veel in de natuur werkt, noemt de vogel op de foto een: òf een poiana, òf een nibbio (havik), òf een gheppig (torenvalk). Hier wordt mooi het woordenboek of wikipedia geconsulteerd. De vissen op de foto worden: 1. karper, 2. pesce gatto (eentje maar), 3. tinca (zeelt) gedefinieerd. Die van nummer twee met de snorharen, de katvis, hoort niet thuis in het Trasimene meer.

Het bezoek bij een oude bekende wordt beheerst het spel tegen de insecten. Kaarsen, sluimerbranders, spuitbussen, en smeersels, en dan vergeet ik er nog vast een paar middelen, komen ter tafel. Totdat iemand de fakkels haalt: de ‘Olympische spelen anti-mug’ kunnen beginnen. Maar helaas, het blijft krabben, smeren en spuiten. Ieder praat erover, een Babylonsch kabaal met een thema: de kriebels. Ineens slaat de bekende op de tafel en zegt: un mosca (een vlieg). Maar wat een slag, wat een geluid, glazen verschuiven, ieder is stil, het lijkt op een plotse aanslag. Maar het is meer alsof ze wil zeggen: nu een ander onderwerp!
Daarna een kasteel bezocht. Heerlijke koude meloen uit de koelkast. Twas ook wel nodig ook: wat een hitte.
Eten bij: Ristorante L’argine, kant van de rivier, ja in het Italiaans dan. Niemand eet z’n bord leeg, behalve één.

8 augustus

Was een mooie dag.

San Francesco

9 augustus

In Assisi zie ik vroege pelgrims. Ik sta onder aan de berg bij een hoeve, een soort boerderij, die kamers verhuurt. Langzaam, te langzaam, komt er licht op het stadje. Kennelijk schat ik de hoek waaronder het licht op het dorp valt, verkeerd in. Ik sta er al vanaf acht uur. Door het lange wachten ben ik wel veel donkere wolken kwijt. De zon is in de voortuin van de San Francesco, maar nog steeds niet op het gebouw zelf. Pas na elven is het beter licht. Ter compensatie fotografeer ik fruit en bloemen van de hoeve, prachtig.

Tijdens mijn wachten probeert een wit geklede zuster gevaarlijk recht te rijden met een auto. Ze rijdt aarzelend op de rechte weg naar de hoeve. De abdes zal wel gezegd hebben: het is nog vroeg, er zijn niet veel mensen op, ga jij maar eens wat autorijden. Hard autorijden kan gevaarlijk zijn, maar ik weet nu dat de zachte variant ook sterke schrik kan wekken. Bij de kruising voor de hoeve rijdt ze op het weggetje met een grote bocht, naar links en raakt de omheining net niet. Ze bedenkt zich na acht meter, en rijdt midden op de weg achteruit. Komt er een tegenligger, dus ze moet naar de kant. Zal dat wel goed gaan? Gelukkig net wel. Nu rijdt ze weer vooruit met een bocht en zet de auto net naast het kruispunt in de berm. Een aantal keer ben ik uit lijfsbehoud van plaats veranderd. Dan spreekt de zuster mij aan: is dit een hotel? Wat moet zij daarmee?, denk ik. Ik antwoord: nee, en aarzelend hier zijn wel ‘camere’! Zij wacht even en zegt; Oh, capice. Ieder gaat levend z’n weg.


De San Pietro is een oude Romaanse kerk, grote ruimte. Een schilderij hier heeft allemaal kleine voorstelling aan de rand, een soort tekenboek, een stripboek. En die kleine schilderijtjes zullen een commentaar op het grote binnengedeelte zijn.
Ik schrijf maar niet over dat ik niet Piazza Mateiotti heb staan wachten. M’n straf is: zes overrijpe witte perziken te eten. Er zijn ergere straffen.

Het lezen met het linkeroog gaat vlotjes. De regels zijn steeds strakker geworden. Alleen bij het woordenboekje dat ik bij me heb is de typografie niet op het bijzondere oog, mijn linker oog, afgestemd. Bij dit type letter vloeien de letters en woorden ineen tot een zwarte rommelige lijn. Dan moet ik intunen, en meer richten.

sAvonds krijg ik blogles. Berichten moet je op de eerste pagina zetten, dan gaat er een bericht naar de volgers. Niet op de pagina’s erna. Het pennetje, onderaan heb je alleen als beheerder. Hoe meer je op de eerste pagina berichten geeft, hoe meer men je blogteksten verder leest. Waarom het emailbericht onderaan de pagina, voor reacties niet werkt, begrijp ik niet.
De laatste avond met een maaltijd onder het afdak. Mooiere naam: terras? Het is feest voor twee, een duo-party in de straat. De buren vieren een huwelijk en wij ons afscheid, de buren hebben vuurwerk en veel oude en harde Italiaanse muziek. We mogen meegenieten, ook oude Amerikaanse hits. Er wordt koffie gemaakt. Een ander legt uit dat het koffiestel Ceramica de Gubbio is.

Santa Maria Maggiore

10 augustus

Home sweet home, via Rome.





gevlogen:. Transavia.

gegeten:. Ristorante L’argine (kant van de rivier) , Marsciano.

gekocht:. Dentro Carravaggio, Una Vita di Copalavori, eDed’A, Mauro Botticelli, DVD Video.

gelezen:

. The Net Delusion, How not to liberate the world, Evgeney Morozov, Allen Lane, an inprint of Penguin Books,.

. Het boek is een pleidooi voor vrijheid op het internet, maar er is meer.
. Het boek heeft veel informatie uit de geschiedenis, de sociale geschiedenis, de communicatie geschiedenis.
. Als er internet en blogs bestaan hadden tijdens het Dennendal conflict, hoe zou het dan afgelopen zijn? Een gedachte. Een dagelijks bijgewerkte blog zou informatie doorgeven. Wat zou er met de samenhorigheid gebeurd zijn? Zouden de bijeenkomsten net zo intensief bezocht zijn geweest?
. Een manier om een blokkade op te werpen op internet kan zijn: het gebruik van verschillende sleutelwoorden, waardoor een blokkade naar een bepaalde website opgezet kan worden. Of kan resulteren in een sneller toeleiden naar een door de overheid gewenste website.
. en veel meer.

Commentaar op de plaquette uit Castelluccio:

In 1935 verklaart Mussolini de oorlog aan Ethiopië en neemt Addis Abeba in. Als gevolg daarvan leggen 52 landen Italië een economisch embargo op. Mussolini doet een beroep op het Italiaanse volk om deze moeilijke economische situatie te doorstaan, door alles wat het heeft aan het Rijk te doneren. Zo geven een heleboel, vooral arme mensen geven hun enige goud, zoals hun trouwringen, aan de ‘goede zaak’. 9 mei 1936 is de officiële dag van de Oprichting van het Rijk. Deze plaquettes waren standaard borden en werden door heel Italië, in elke stad en in elk dorp aangebracht op officiële gebouwen. Ze mochten alleen uit marmer worden gemaakt.


6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com
drieshondebrink©