Powered By Blogger

zondag 26 oktober 2014

14 - Vijf dagen na zijn dood kwam de postkaart, september 2014.

14 de

veertiende verhaal / fourteenth story

 

 

Vijf dagen na zijn dood kwam de postkaart


Italië, Friuli

September  2014


zaterdag

            Mist in de ochtend geeft vertragingen
            De mensen worden verzocht de taxfree producten terug te brengen en in te leveren.  Een vlucht is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Een manier om te zeggen: het gaat niet door? Dat begint lekker voor die mensen. En wie gaat die spullen nu terugbrengen, die net gekochte fles whisky? Ons toestel is gewoon alleen maar vertraagd, denken we dan.  Maar dat ligt even erna anders, wij krijgen nu ook het bericht: de vlucht is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Wat zal dat inhouden?
We zien drie militaire toestellen wegvliegen. Gaan die naar de Oekraïne?


Je wordt  van het herhaald te lopen naar de borden  te gaar om notities te maken. We krijgen een troostbon om een drankje te kopen.

Herhaald komen er berichten door de geluidsinstallatie door. Transavia biedt z’n verontschuldigingen aan. Ook in meerdere talen. Van de warme ruimte naar een wat koelere plek buiten voor de hal. We zien het toestel voor ons staan als een rustige olifant aan een ketting die op de dierenarts wacht. We wachten en wachten. Leuke gesprekken met lotgenoten: een jong gezin met kleine kinderen en een Belgisch stel, dat hoopt morgen op tijd op een cruise boot in Venetië te zitten.

Daarna komt er iemand van het toestel naar ons, naar de groep passagiers lopen. En we kunnen de warme ruimte van de gate terug weer in voor verdere informatie.  Daar komt een gezagsvoerder, die  uitlegt dat wij naar Schiphol gevlogen kunnen worden, of dat een onderdeel met een koerier naar Eindhoven gehaald kan worden. Het lijkt net of we mogen stemmen. Met een bon om te eten druipen we af.

Je bent gewoon gevangen, want de bagage zit al in het toestel. Als je zegt, ik ga wel op een andere manier, komt dat niet uit de machine, lijkt mij.

Uiteindelijk vertrekken we om acht uur savonds en komen half tien  op San Marco bij Venetië. Wat een klein stukkie eigenlijk. We wachten op Maria, die haar deel van het reisdrama te leven heeft. Ze is van Venetië naar Triest gereden en zal ook weer terugrijden naar Venetië om ons op te halen, reuze aardig.

            In de auto worden alle familiezaken doorgenomen, en we houden een koffiestop op de autostrada. We rijden door de nacht, en aan het einde regent het zacht. Het laatste stuk in de stad doen we met de tomtom. Door het eenrichtingsverkeer is het appartement lastig te bereiken. Links, rechts, nee hier rechts. Dan schuin omhoog en links, nee rechts. Wacht even. Wat stijl is het hier, en we ruiken de banden van het scherp remmen. Uiteindelijk komt het goed. We komen in een stevig huis, een stevig appartementencomplex uit rond negentienhonderd of iets eerder. Een koel trappenhuis met een later ingebouwde lift.  Ons appartement is op de vijfde etage. De voordeur ziet eruit als een die je wel eens in een film tegenkomt, waarvoor gasten moeten wachten voordat er open gedaan wordt. Zwaar hout met een kijkgat, een koeienoog. Dan komen we in een lekker schoon appartement met zicht op een achterruimte tussen flats, en voor zicht over daken en de zee, de echte zee met een haven en vuurtoren. Het is eigenlijk al zondag. De verdeling van de slaapkamers doen we met een glas wijn. Wat een dag. Maria memoreert hoe ze heel wat uren eerder begroet werd door de verhuurders. En dat zij zei: u heeft hier toch een zware aardbeving  gehad? Die van 1976 in Friuli, meer dan negen honderd doden? Waarop zij zeggen: Ja, en u komt uit Umbrië, dan heeft u vast geleden onder de aardbeving van 1997. Aardbevingen zijn voor Italianen een punt van herkenning.
James Joyce.

zondag

            Wat me van Italiaanse huizen opvalt is dat het er barst van de schoonmaakmiddelen. Allemaal flessen, potten, doeken en sponzen, dozen spullen die handig zijn bij het schoonmaken. Het is me eerder in een andere regio al eens opgevallen, en hier zie ik dat ook. Boven de wasbak in het aanrecht in de keuken hebben ze een droogkastje. Je was je spullen af en zet het nat in het kastje. Na enkele uren is het al droog. Afdrogen hoeft niet.

              sMiddags gaan we wandelen en komen langs een havengebouw. Dit is een echt borstenbeeld, het woord ‘borstbeeld’ zou ze echt tekort doen.

            Puntenslijpen is hier een term voor bezoeken aan plekken waar schrijvers actief geweest zijn. We beginnen aan het bezoek aan de schrijversstad en het puntenslijpen zal herhaald gebeuren. We komen langs het Canal Grande en treffen meteen het beeld van James Joyce. En verder in de stad stuiten we op een trammetje en gaan er mee de berg op naar Opicina.

            We eten bij Max. Hier is het aardig Sloveens, maar het valt nog onder Triest. Het restaurant zit stampvol met mensen uit de omgeving hier, denk ik, een goed teken voor kwaliteit. We eten varkensvlees, aardappelpuree, gnocci met goulash en meer.

Daarna een wandeling over de Napoleonica aan de rand van het lichte karstgebergte. Door gebrek aan goede schoenen doen we hem niet helemaal tot aan Prosecco. Het dorpje met de lekkere naam. Ik zou ook wel in een plaats met een smakelijke naam willen wonen. Zoals in Cognac of zo. Maar het gaat niet altijd op, want als ik in Jenever woonde, zou ik verhuizen. Het is het gevoel wat je hebt bij een naam, hè. Het pad leidt door een doorschijnend bos, met soms een grote opening aan een kant tussen de bomen met zicht op de zeekant. We kijken  dan op een mooi beeld van de oude haven, een monument voor de gevallen soldaten in de eerste wereldoorlog, wat ook een vuurtoren blijkt te zijn, we zien het beroemde het kasteel Miramar en bergbeklimmers tegen de wand. We doen ook het hele stuk terug. Al wandelend vertelt Maria van haar voorwerk, het lezen en televisie kijken  over deze regio. Het gebied heeft een groot militair verleden hier. Oorlog na oorlog is hier uitgevochten, de meest recente zijn de laatste twee wereldoorlogen. We gaan met het ijzerslijp trammetje terug naar de stad beneden.

sAvonds eten we verse groente die Maria uit haar tuin heeft meegenomen. In een grote zak heeft ze tomaten en venkel en meer meegenomen. Eigenlijk hoort er een stukje kaas bij, dacht ik zo, maar het is zo smaakvol, zo lekker, dat we het uiteindelijk heel niet missen. Wat een grote venkel eigenlijk. Van een venkel kan je de buitenste delen bakken of koken en het binnenste gedeelte is rauw extra lekker. Weet je hoe je die zo groot krijgt? Een beetje aarde erop doen, in het donker worden ze groter. We snijden de groenten en strooien er wat zout op en dippen het in pure olijfolie. De olijfolie wordt als wijn behandeld, helemaal puro. De fles van de olie is ook oogverblindend mooi, het lijkt op een superwijn, en komt gewoon uit een supermarkt. Allemaal mooi. Het glas wijn maakt de maaltijd af. 
            De dag met activiteiten vandaag, de eerste dag in Friuli, verschilt sterk met de hangdag op het vliegveld gisteren.

De drie gratien, Carlo Wostry.

maandag

            Start met boodschappen doen. Op een briefje schrijf ik de namen van de straten die ik verwacht meerdere keren te moeten gaan lopen: Via Francesco Capello, Via Della Galleria, Piazza della Valle en Via Madonna de Mare. Na het schrijven valt me de route heel wat makkelijker. Op het boodschappenbriefje staan: brood, hemd, kaarten en tandpasta. Het blijft bij etenswaar. Als ik terugkom zijn de dames ook op.

            Een rondleiding door de stad start in de regen. We krijgen dopjes in de oren en een ontvanger om de nek en horen onze gids het verhaal vertellen, ook al staan we iets verder van haar af. Bij de eerste kerk zegt Maria: dit lijkt wel een protestantse kerk. Iets wat je hier heel niet zou verwachten. Na uitleg van onze gids krijgt ze gelijk ook. Het komt van een groep Zwitsers met het protestantse geloof die na 1719, toen Triest een vrijhaven, een vrije handelsstad werd,  kon het groeien tot wat het nu is. Het geloof mochten de Zwitserse lui belijden, uitoefenen, vieren, zeg het maar,  en kochten daarvoor een oude kerk. Wanneer een groep meer dan honderd families telde, kon men op grond van de Tollerance act een eigen kerk, een school en begraafplaats opzetten. De kerk hier, de S. Silvestro, is een Waldis kerk en is protestants. Enkele Grieken die onder deze regels werkten, werden erg rijk.

            De rondleiding brengt ons langs een poort, de Riccardo poort, en naar de kathedraal. Dat is een samenstel van twéé kerken: ramen zitten niet centraal, zuilen in één ruimte zijn verschillend van vorm. Het doet mij denken aan de kathedraal in Santiago de Compostella. Hevige verbouwingen, geen uniforme stijl en maken het een bijzonder geheel. Het oude mozaïek hier is mooi. Het nieuwe mozaïek uit 1930 vind ik minder. Waarom? Why? Perchè? Mag je als persoon die er als toerist even langs komt, zomaar over oordelen?

            De rondleiding leidt ons langs het theater Verdi. Het theater werd eind achttiende eeuw gebouwd en is erna menig keer verbouwd. Het kreeg in 1901 de naam theatro Verdi, en het was toen Oostenrijks. Hoe kan dit? , want Verdi was een Italiaan. Dit dilemma komen we hier vaker tegen, steeds het wisselen van de landsidentiteit heeft  verwarring bij de bevolking opgeleverd. Dit soort gedoe kom je hier vaker tegen: wilt u Italië of Oostenrijk? En in de rondleiding wordt aan het einde door een mede gast  onze gids de vraag gesteld: wilt u Rome of Wenen? En onze gastvrouw zegt heel wijselijk: wij jongeren moeten Europeaan zijn! Dat klinkt als muziek, moderne muziek in de oude oren!

            We nemen op het plein van de eenheid (Piazza d’Unita) een lekkere kop koffie. Nou dat kan je hier goed doen. De mijne is gemaakt door een kopje in te smeren met chocoladepasta en dan koffie erop en daar weer een wolk slagroom op. Heerlijk. 




            sMiddags een bezoek aan Revoltella. Rogier had er al op geattendeerd. Ik val voor het schilderij ‘Drie gratiën’, van Carlo Wostry. Leuk, leuk en leuk. Ook hier is veel te zien. Veel sensaties. De kamers zijn ook bijzonder mooi. De sensaties zijn zo dat ik denk: kan ik dit, al die schoonheid, als die acties van mensen, kunstenaars, wel aan?  Iets moois raakt dan de grens van iets naars.  Niet zeuren Dries: doorgaan, gewoon doorgaan.
            Je hebt hier een warme en een koude bora-wind. Vanavond hebben we een koude. Vast een lichte vorm ervan.

            Bij spannende zaken, en ik moet met iemand bellen, gaat er vaak iets fout. Een nul teveel of te weinig. Een hekje waarvan ik de knop nauwelijks ken. Of doodleuk het hele nummer lukt me niet tevoorschijn te halen. sAvonds bel ik met Merel.  In Triest waait het en onweert het, de bora zet aan.

            Broodbakken. Eva doet het met gist. Maria adviseert zuurdesem. Een heel gesprek volgt. In de muur van de steden in Umbrië zijn er van vroeger uit ovens voor collectief gebruik. De oven wordt eenmaal per week gestookt, en de buurtbewoners brengen hun ongebakken producten. Ze krijgen een merkje, insnedes, bij het deeg, om het, als het gebakken is, weer bij de juiste eigenaar te krijgen.


toren en basiliek Aquilea

dinsdag

            De stad heeft aardig steile wegen waardoor ik door de wandeling gisteren vandaag m’n kuiten goed voel.

            Met de auto naar Acquilea, ooit de vierde stad van de Romeinen. Hoeft Maria geen koffie? Zij: nou ken je me al tientallen jaren. Ik, snel: oh ja, wil je thee? Een heel gesprek met:  Ik: ik ken mezelf niet eens, en dat soort zinnen. Zij: dat had Svevo ook. Da’s fijn, ‘ik en Svevo.’

            Met onze Triest-pas, de Friuli Venezia Giulia Card, kunnen we alle tentoonstellingen in en krijgen ook toegang voor speciale zaken als het beklimmen van de toren in Aquilea.

We krijgen een rondleiding. Wat een zegen. Al die geschiedenis ontdekken uit de bronnen die er zijn, is niet makkelijk. Geef mij maar iemand die me voorgaat! De leeuwen van het grafmonument zijn uit Syrië, en zijn ouder dan het monument. En dan zij: spreken we over een jaartelling vóór Christus. De kop van de manspersoon is door een specialist gemaakt.  En die werd erop gemonteerd. Dat werd een zwakke plek in het hele beeld. Hier ligt het hoofd van de familie. Dat soort dingen.

Ik mag niet op het terrein om foto’s te maken. Dat was op het forum in Rome toch wel anders: wat nu? Het hele Forum hier heeft een afzetting van gaas gekregen. Op sommige punten in het gaas rond het terrein zijn gaten voor het fotograferen. Waar je de lens door het gaas krijgt. Die punten moet ik zoeken, want velen zijn mij, op zoek naar topbeelden, in die bijna tweeduizend jaar voorgegaan.

Veel Romeinse steden, belangrijke steden van toen, bestaan niet meer. Hoe komt dat? Zestig procent van alles hier is nog niet opgegraven. Er is geen geld om het op te graven. De Barbaren hebben de Romeinen de nek omgedraaid. Straks zult u de mozaïeken zien, de stukjes zijn zo klein als een deel van mijn pink. Belissima, bellissima.

De kerk heeft drie vloeren gehad. De onderste is die met de mozaïeken met veel dieren afgebeeld vooral, die staan symbool voor veel. Ik vind de afbeelding van die dieren, zonder de bijbetekenis, al prachtig. Waarom legde men in die vroege jaren een nieuwe vloer over die eerste? Over zoiets moois? Waren ze toe aan een nieuw design? Gelukkig is de onderste vloer er goed bewaard door gebleven. We zien velden mozaïeken. Een afbeelding is het belangrijks; die van de haan die de schildpad bevecht. Het goede bevecht het kwade. Je moet het erin zien, nietwaar. Je moet dat maar in die afbeeldingen, die tekens, zien. Toen gold dat.

Aan het slot  gaan we de toren beklimmen. Ik: hoe laat komt de lift? Zij: in geen twintig jaar! Het uitzicht over het vlakke land boven is mooi. Het landschap doet me denken aan de film Novocento van Bertolucci, maar dat is meer richting de Po-vlakte, richting Milaan.

             Ik koop een boekje met informatie over Aquilea in het Engels. En thuis blijkt het in het Engels en in het Sloveens te zijn. Niet dat ik iets tegen Sloveens heb, verre van dat, maar hoe zijn ze aan die combinatie gekomen?  Later krijg ik met het boekje geen uitleg over: waarom legden ze die vloeren op elkaar, terwijl die eerste al zo mooi was?

Hoe werkt mijn invulflits? Weet ik dat nu nog niet?

Onderweg zie ik een bordje ‘Vino’ bij de weg naar een boerderij staan. Prachtig en eenvoudig, prachtig. Dit is een beeld wat ik lang niet zal vergeten. Helaas niet gefotografeerd.

In Grado krijg ik een Terschelling gevoel: strand, haven met boten en horeca. Ik neem me voor om eens op Wikipedia te kijken naar het ontstaan van de stad Grado, een soort klein modern Venetië.

            Terug in Trieste, de weg om met de auto van de boulevard naar ons appartement te komen is lastig. De eerste keer duurde het heel lang, een aantal keer de verkeerde afslagen genomen en door het eenrichtings verkeer langer moeten rijden. De keren erop maken we dezelfde fouten, of dan net iets eerder, of later. En dan hebben we alledrie nog een ander idee.  En dan lijkt de tomtom sommige afslagen wel, en sommige niet, goed te maken. Lijkt het, lijkt het. Maar uiteindelijk komen we er wel.

De grote schepen liggen niet in de haven, maar een kilometer verder in zee te wachten, het zijn er vijf hooguit tien. Om dit te bekijken gebruik ik m’n verrekijker.

Ik post de kaarten in een bus dicht bij het plein. Piazza unita d’Italia, het belangrijkste plein in de stad, zal ik maar zeggen. En dan vind ik dat er erg weinig brievenbussen in de stad zijn. Een dag later ontdek ik dat er in onze straat er gewoon een staat.

            Een enkele keer heb ik boodschappen bij de koele Coop gedaan. Vandaag gaat Maria mee en haalt de benodigdheden bij een delicatessenzaak. Heerlijk, heerlijk, nog lekkerder. We kopen op de terugweg biologische wijn, los getapt uit het pak en niet duur. sAvonds koken  Maria en Eva. Maria maakt schelpjes met tomatensaus en spek, en voor Eva schelpen met boter.
    
             Door bepaalde omstandigheden bellen we en sms-en we aardig wat. Ik ben bang voor het beltegoed, of dat wel voldoende blijft? Maar gelukkig, ook na een gesprek van zeven minuten met Nederland, valt het mee. Maria, die Italiaanse toestanden gewend is, vindt telefoneren de laatste tijd ook stukken goedkoper dan vroeger.

Udine

woensdag

            Met de trein naar Udine.  Koffie in een Jugendstil café, een literair café. De fabriek van Nonino  is hier om de hoek, maar de ladies Cristina, Antonella en Elisabetta, die van grappa Nonino,  ontmoeten we helaas niet. Pleinen fotograferen is nog heel niet makkelijk. Hier krijg ik toch iets moois in de kijker.

Dan de kathedraal en een museum met Tiepolo’s. Die mogen we niet fotograferen. Waar zou die familie Dolfin rijk mee geworden zijn? Trouwens: zeer rijk, want Palazzo Patriarcale is een groot palazzo.

Naar Cividade. Op het station vragen Maria en Eva aan veel mensen waar ze een kaartje kunnen krijgen? Uiteindelijk vinden ze een tabaccheria en moeten ze plots lachen. Ik: waarom moesten jullie lachen? Het was niet leuk, hij kon er niks aan verdienen. Met onze pas kan je zo de trein in. We gaan naar Cividade, naar een Longobardische tempel uit de vijfde eeuw, correctie uit de zevende en achtste eeuw.  Longobarden stichten vanaf vierhonderd na Christus een rijk in Noord-Italië, dat tot aan Spoleto, in Umbrië, reikte. Door de eeuwen heen zijn al die volken en stadsstaten-inwoners vermengd tot de Italiaan van vandaag de dag. De zes camee-achtige beelden hoog in de tempel vind ik het mooist. Zomaar zitten in een kloostertuin vind ik trouwens ook mooi, voldoende. En we gaan maar door.

Erna komen we nog langs een Keltische graftombe, we komen onder de grond uit op iets steenachtigs en vochtigs van  rond de twee honderd vóór Christus. Niet te geloven.

We doen het kaartspel May I. En ik win met één punt voorsprong.


van de zaak

 donderdag

             We eten kranz, een gebak van twee soorten deeg. Bladerdeeg en erin een soort luxe zandgebak, of spijs, met krenten en stukjes  sinaasappel bij de koffie. De Hongaars Oostenrijkse keuken schijnt het best te zijn.  Dat heb ik wel eens vaker gehoord.

            Kranen genoeg, maar goederen worden er niet over geladen, niet overgeslagen. Niks stapelstad van goederen. Dat zal vroeger wel anders geweest zijn. En geen vrachtboten, weleens een zeilschip. Grote boten liggen wel op zee voor anker en zullen voor de chemische industrie aan de overkant, in de verte zijn, zullen we maar zeggen.

            Het telefoneren is een crime, uiteindelijk leren we 0039 of 0031 voor de nummers te zetten. 

Het bezoek aan het museum, Museo Svevo e Museo Joyce, ligt dicht bij ons appartement en is voor ons het toppunt van puntenslijpen. David, zo’n 55 jaar oud, leidt ons in drie kleine kamers rond. En toch zal het twee uur duren. De uitleg over Italo Svevo (1861-1928) start met een brief waarin tekst waarbij hij verklaart te zullen stoppen met roken. Daarna waren er zes voorwaarden aan zijn vrouw gesteld. Ik zie er meteen een Monthy Python humor, een soort Engelse humor in. Maar dit is wel tachtig jaar eerder. Degene die ons rondleidt, glimlacht bij die opmerking van mij.

James Joyce (1882-1941) was misschien wel beter in het gebruik van het Italiaans dan Svevo, omdat hij al taal op universitair niveau had gehad. Dit wil David niet hardop zeggen. Joyce had al een boek gepubliceerd en had een doel: schrijver zijn! Svevo is dat niet gelukt en keek op tegen Joyce die wel 21 jaar jonger was. De uitleg deze ochtend was vooral gericht op een beeld van Svevo, dan op een beeld van Joyce.

De uitleg van David maakt het heel levendig.  Wat aardig om ons zoveel te vertellen.
Svevo was in dienst van z’n schoonmoeder, ook wel ‘de draak’ genoemd. Ja, waar niet? Het bedrijf, of de familie, heette Veneziani.  Het bedrijf maakte  verf voor boten, voor het onder water gedeelte. De verf werd aan alle landen verkocht die met elkaar in oorlog waren.  Ze stelden niet al te intelligente mensen aan. Ze gebruikten instrumenten zoals thermometers en weegschalen  die gemanipuleerd, anders afgesteld, werden. Dat  hadden ze toch niet in de gaten.  Het recept van de producten werd zo niet bekend.

Italo Svevo schreef als een van de eersten over psychoanalyse. Hij schreef met een scherpe blik over de zaak, en was er eigenlijk tegen.  Z’n zwager Bruno had twee jaar behandeling van Freud gehad, en die had het ook niet alles gevonden, vertelt dott Cepach de conservator. Ineens komen we op het punt of psychoanalyse nu goed was of niet? Na veel gepraat komen we tot slot op  dat veel mensen vinden dat Freud een bijzonder mens was, een bijzonder denken heeft gegeven. Hij: eigenlijk denken we zo allemaal. Maar of zijn methode therapeutisch was, wordt door hem betwijfeld.
            Ik vroeg aan de conservator of er ook een relatie met Nederland was? Thomas Mann verbleef tenslotte in Noordwijk, misschien had Svevo ook zoiets? Na wat denken boven z’n computer vertelt hij dat er in 1928 een kaart vanuit Scheveningen naar hem gestuurd is door een vriend, de Franse kunstenaar Valerio Jahier. Vijf dagen na zijn dood kwam die aan. Svevo heeft hemzelf nooit gezien. Hij stuurt de kaart naar mij emailadres. Dank, dank, wat een service.

Hij: bekijk ons op Facebook, komt herhaald terug. Gaan we doen, gaan we doen. Tot slot beveelt hij, op verzoek van Maria, informatie over een psychiatrische inrichting en over een restaurant waar hij met z’n grootouders kwam. Hij: u bent net even groter dan ik. Iemand: ja en net even dik. Hij: ik van de pasta. Ik: van de wijn. Ja, grote persoonlijkheden herkennen elkaar meteen. Een inspirerende ochtend.
terras op Piazza d'Unita

            We gaan naar een psychiatrische inrichting een buitenwijk van de stad. We hopen eer te brengen aan Basaglia een vernieuwer van de psychiatrie hier in Italië, en meer,  in de zeventiger jaren. Helaas treffen we geen bijzondere  informatie.

            Terug in de stad: moet je zien wat voor’n paleizen hier staan! We wandelen verder en komen in café San Marco, waar Svevo en Joyce elkaar ontmoetten. Een belangrijk punt bij het puntenslijpen. Ze woonden zelfs een tijdje hier in de buurt, een paar huizen verderop. Tijdens een vroege middagborrel zien we een cursus model fotografie. Veel camera’s gericht op een jonge vrouw met stola en een sigaret op een pijp. De charleston ontbreekt. Eerst dacht ik dat het een commerciële fotoshoot was, maar dan wordt er meer licht en grotere camera’s gebruikt.

            In een stadsparkje met beelden van belangrijke mensen kom ik op het punt van overbelichten. Dat ik dat niet eerder heb ontdekt. Een mooi effect.

De houten vloer van mijn kamer in ons appartement kraakt. Er zijn geglazuurde tegels op de gang, en er is granito in de keuken. In de keuken in ons appartement valt me op dat de glazen in een kast op een doekje gezet worden. Dat lijkt mij wel wat.


daken en zee
           
vrijdag 

            Maria plant een hele trip voor vandaag; met onder andere het kasteel Miramare, dat moet je gezien hebben. Wat geweldig, al dit werk. Dan gaat ze informeren bij het toeristenbureau. Het duurt ons wel wat lang. Eva: ze wilde alleen maar vragen waar gaat bus 45 vandaan? We wachten en zien veel jongeren op het plein bij een evenement gewijd aan techniek. Maria komt terug en het plan veranderd honderd tachtig graden. Laten we naar de natuur gaan, ook leuk.

            Een bustocht waarbij Maria een oudere vrouw aanspreekt. Ze krijgt heel wat informatie. We wandelen in de natuur, de bergen op, naar het dal van de Rosandra. We lopen eerst door een dorpje. Dan de natuur in en: hoorde ik daar nu iets van naar beneden komen?  Het is heerlijk groen en fris, op de roedel geiten dan na. Die kondigen zich aan met die rollende steentjes van boven. Dan een heerlijk broodje beenham uit de supermarkt en een pakje wortel-sinaasappel drank.  We zitten voor het kerkje Santa Maria in Siaris, en uiteindelijk lopen we in Slovenië. Even erna gaan we dezelfde weg terug.

            De boten blijven op zee liggen, en bereiken de haven nooit, lijkt wel.
            Uit eten, op advies van onze David van vanochtend, bij Siora Rosa. Ze hebben hier stokvis, ook met polenta blokken. Stokvis heet hier stuccafisso, dat woord is naast ‘apartheid’ een van de weinige Nederlandse bijdragen aan de wereldtaal.
  

kaart van Valerio Javier

zaterdag
                 Appartement opgeruimd. Kamer gezogen, afval weg. Ik zie door de zoeker onscherp beeld. Bij het terugzien van de opname dagen later blijkt het toch scherp. Dank, dank. Aan wie? Aan wie? Een druk San Marco vliegveld. Alles gaat wel op rolletjes.

later

            Ik moet nog wel m’n koffertas uitzuigen van de poedersoep. En Eva klaagt bij Transavia en krijgt een compensatie voor de vertraging van uren bij de heenvlucht. Bravo!



verblijf:

. Via Airbnb, Via Francesco Cappello, Trieste.

gegeten:

. Max, bar-trattoria, Via Nazionale 43, Opicina.
. Odeon, pizzeria-ristorante, Via Gorghi 1, Udine.
. Siora  Rosa, Piazza Attilio Hortis 3, Trieste.

musea:

. Museo Revoltella, Via Diaz 27, Trieste.
. Museo Svevo e Museo Joyce, via Madonna del Mare 13, Trieste.
. en meer.

gelezen:

. een boekwerk over de stad, uitgeprint van Wikipedia.
. Ah Trieste…., J.P.Hinrichs en T. Wierema, Bas Lubberhuizen, 2012.
. folders van het toeristen bureau.

transport

. Transavia.

. Maria en de Fiat Panda.


en zie:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tri%C3%ABst_(stad)


6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com

drieshondebrink©




3 opmerkingen:

  1. mooie blog en heel erg Dries. Ga zo door. Ook goed voorzien van illustraties.
    GJ

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Loes van der Scheer-Hendriks30/10/14 22:31

    Ha Dries, ik sluit mij, zonder hem te kennen, helemaal aan bij Gerritjan. By the way: wat hebben jullie in korte tijd veel gezien, en gegeten/gedronken. Daarvan werd ik al lezend wel iets duizelig. Je energieniveau lijkt me nog prima in orde. Ik zal deze blog nog enkele malen herlezen, om geen wetenswaardigheden over het hoofd te zien. Leuke term overigens: puntenslijpen. Tot mails!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. dank voor je bericht, ik hou nou eenmaal een beetje van feiten.

      Verwijderen