Powered By Blogger

vrijdag 22 november 2013

12 - Museum spelen, Madrid 2013

12 de

twaalfde verhaal / twelfth story

El Escorial

Museum spelen

Madrid
september 2013

maandag

Door vooraf wat te lezen, weet ik dat het kraanwater goed te drinken is, en dat een pasje voor het openbaar vervoer voor vijf dagen goedkoper is dan een enkel taxiritje van het vliegveld naar het hotel.

De kamer hebben ze Italia genoemd. De kamer heeft als behang foto’s van de belangrijke Italiaanse historische en toeristische objecten: het Colosseum, de toren van Pisa en Canale Grande in avondlicht, samen van muur tot muur.
Ik slaap onder beelden die ik goed ken en waar ik zelf foto’s van gemaakt heb. Deze zijn beter. Eigenlijk schreeuwende beelden en toch is het zacht slapen hieronder, merk ik tijdens deze trip. De kamer is goed. Het lijkt wel allemaal nieuw. Zo nieuw dat ik denk: het werkt nu, maar straks is het stuk. Voorzichtig, voorzichtig. Later valt dit idee, of eerder gevoel, weg. Ik neem een douche. De douche begrijp ik niet, zoals zoveel moderne dingen met knoppen en digitale sleutels en veel meer. Nu eens de lakens goed opgeslagen, waardoor ik straks niet met m’n blote huid direct onder de deken slaap. Is me namelijk weleens gebeurd. Wanneer ik het kaartje uit het contact haal om naar beneden te gaan voor uitleg, gaat het licht uit, en de televisie op zwart. Herinner ik me dan niets van een eerder hotelleven? In het entree, in het hotelwezen hebben ze er vast een aparte naam voor (lobby?), hebben ze oude foto’s van Madrid levensgroot geprint op het behang. Ook leuk voor bij het wachten.

Ik loop de Grand Via af en weet het restaurant waar ik over gelezen heb, niet te vinden. In het hotel ruikt het aanpalende restaurant, waar ik morgen m’n ontbijt ga krijgen, heel goed. Dat maak ik niet vaak mee, de geur, de geur, de geur. Dus daar gegeten. Gebakken aardappelen en een platte biefstuk met zeezout, en een grote Amstel. Amstel vanaf 1870, die in 1883 een prijs gewonnen heeft, zoals op het etiket staat. Mijn vader vond dat geen aanbeveling wanneer je dat op je etiket zette. En veel later begrijp ik nu pas zijn punt, een prijs in 1883. En het is nu 2013. Hij zei dat overigens ongeveer in 1970 of zoiets. We zijn veertig jaar verder en het staat er nog op. En Heiniken wordt hier in de stad nog gespeld als Heinicken, oude spelling. La Coruna heeft een rechts etiket, politiek gezien. Maar hoe kom ik daarop? Het voordelige eten wordt op grote foto’s weergegeven, ze hangen in de lift en buiten aan de pui. En toch zo lekker klaargemaakt. Bravo! Wat ik gebruik is allemaal lekker en vers, ik ben benieuwd hoe laat ik wakker word? Volgens mij wordt ik niet meer wakker.

Bij Nelleke Noordervliet lees ik dat iedere stad een bepaalde geur heeft. Amsterdam heeft die van een bepaalde goedkope koolsoort. Voor mij wordt het hier: bier en olijven.

Enige huishoudelijke opmerkingen: zolang het licht aan is, werkt het afzuigapparaat in de badkamer.

Ik loop nog even door de Gran Via. Het lijkt al een beetje New York, in Amsterdam komt het zo hoog niet.

Plaza Mayor

dinsdag

Madrid is schoon, geen graffiti en geen hondenpoep. De lucht lijkt schoon. Het licht lijkt helderder en scherper dan thuis. Madrid ligt op zes honderd meter hoog, dat scheelt, wanneer je met het vliegtuig komt, wel even zeshonderd meter minder dalen, Schiphol ligt onder zeespiegelniveau, tel maar uit je winst.

Vandaag Porta del Sol, Plaza Mayor en Palacio Real. Op het Plaza Moyor fotograferen overdag de toeristen elkaar, ‘s avonds vullen de terrassen het plein. Het is geweldig mooi weer. Ik lees ergens dat de helderheid komt omdat Madrid zo hoog ligt. Heel rustig is het, het lijkt wel zondagochtend vroeg. Maar het is een werkdag, dinsdag. De grote ruimten rond het Palacio Real zijn indrukwekkend. De binnenkant van het paleis is minder. Ook al worden er grote internationale onderhandelingen gevoerd, staat ergens. Het is verboden te fotograferen. Dat kom ik hier vaker tegen deze reis. Soms lukt het wel. Wanneer ik toch een foto maak, ben ik als een kind zo blij iets te hebben.

Wanneer er gebedeld wordt, geeft m’n buurvrouw op het terras geen geld, maar het restje chips dat bij het bier gegeven wordt. Ook een optie.

Veel metro’s in de wereld lijken op elkaar. Hier is een grappige afwijking die ik nog niet gehoord heb. In Nederland heb je dat er omgeroepen wordt wat het volgende station is. Bijvoorbeeld; de volgende halte is: Willem Van Noortplein. Dat wordt door één persoon gezegd. Hier is het meer een duo-presentatie. Een mijnheer zegt: het volgende station (proximo estation) is. En erna zegt een vrouw: Opera. Alsof het een soort raadspelletje is geweest en mevrouw heeft het goed beantwoord. Het klinkt heel grappig. Er mist nog dat mijnheer erna zegt: bravo! Later hoor ik dat in de nieuwere metrotreinen, die kilometers ver buiten Madrid komen, er wel een goede toonval is. Eerst een vrouw in het Spaans, dan een Engels sprekende, een native speaker, in het Engels.

Midden op de dag heb ik nu eens geen behoefte aan kunst, na al dat paleisbezoek, nee ik heb behoefte aan iets groens: Park el Retiro. Veel gefotografeerd.

SAvonds in de buurt van het Plaza Mayor: bier met tapas. Twaalf tapas waarvan vier met vlees, vier met kaas en vier met vis. Is er een soort volgorde waarmee je het eet? Lekker is het allemaal zeker. Hier is het ook gewoon dat je met elkaar gerechten deelt, lees ik ergens. Ik zie erna bij m’n tafelburen bijvoorbeeld een tasje met zes bier en een schotel eten, dat stel eet en drinkt samen.

Santo Domingo is een pleintje vlak achter de Gran Via. Onder het pleintje zit vast een parkeergarage. Er staan redelijk hoge flats rond het plein, vijf tot tien etages hoog. Het geluid weerkaatst er. Op de parkeergarage zijn ontmoetingshoekjes gemaakt. Een deel voor kinderen met speeltoestellen en hoekjes met bankjes voor wie dan ook. Ouderen of jongeren die ook nog skaten, of de betonnen muren beklimmen. Er wordt veel gebruik van gemaakt.

Je hebt hier restaurants waar ze schrijven: hier heeft Hemingway niet gegeten! Grappig, grappig.


El Escorial

woensdag

De kleurige folders bieden van alles aan: sushi-restaurant, vegetarische restaurants, die met een flamenco-avond, een wassen beelden museum, opera en zarzuela, een hardrock café, het roept, nou ‘schreeuwt’ me allemaal toe. U kent het allemaal wel. Kies ik voor een bustour met bezoek aan El Escorial? Nee, voor mij wordt het een hele dag op eigen gelegenheid.

L2, Sol, L1, Atocha en metro-trein naar San Lorenzo de El Escorial. Atocha is overigens het station waar die zware aanslag in 2004 heeft plaats gevonden.Vroeg in de morgen zal het weze! Ik kom in een frisse donkere stad. Dienstverleners zijn al wel op, politie medewerkers, delui van de metro. En de mensen van barretjes rond de metro.Vroeg in de morgen zal het zijn. En zo is het ook.

De kaarten van de metro zijn niet allemaal volledig. Verre bestemmingen zoals El Escorial staan er niet op. Maar ook tussenstations, die later geopend zijn, missen. Het vraagt dus enig voorwerk.

Het alleen reizen staat je toe om je eigen gang te gaan, alles op jou tijd, of gewoon niks doen. Of om ergens wat langer te kijken. Zo kom ik op de diep filosofische opmerking: een goed restaurant heeft niet veel afwas, alles gaat op!

El Escorial. Ouders en kinderen met tasjes en rugzakjes, grote kinderen, kleine kinderen, stromen op het gebouw toe. Dit gaat niet over toerisme. Wat is dit? De mensen lopen over het grote plein naar één deur in het immens grote gebouw, ouders lopen terug, er wordt dus onderwijs gegeven, het is ook een school. Auto’s rijden af en aan.

Waarom ging ik niet hoger, waarom ging ik niet verder?

Het weer is niet al te goed om foto’s te maken. Zwaar bewolkt en soms hier en daar een straaltje zon door het dek. Ik ga naar boven lopen om een overzichtsfoto te maken en hoop dat het weer intussen bijtrekt. Maar waar ga je de berg op, naar boven? Ik vraag het een echtpaar, een jongere vrouw en een man van begin vijftig, ze laten de hond uit. Ik wijs op m’n fototoestel en meen iets te zeggen als: om een foto te maken. Ze overleggen met elkaar. Uiteindelijk zegt mijnheer: ach van boven zijn alle punten mooi. Tuurlijk, ik bedank ze en begin monter m’n wandeling naar boven.

De wegen worden paden en nog verder paadjes. Steeds kijk ik naar achteren om te kijken of ik een foto kan maken, steeds staan er bomen tussen mij en het dal met het El Escorial complex. Toch een hele klim. Ik kom langs een kleine waterkering, een soort stuwmeertje, vast voor de watervoorziening van het paleis-klooster. Hoger en hoger. Steeds, als ik me omdraai zie ik bomen inplaats van het gebouw, de bomen wijken niet, ik kom bordjes van een wandeling tegen, en hoger en hoger gaat het. Niet dat ik niet van natuur houd, maar ik loop al een tijdje en steeds blijven die bomen groot aanwezig in m’n blikveld. Tot het me te lang duurt, ik denk: dit komt niet goed en ik ga terug. Ik kom weer lager langs een hek dat bij het complex van de watervoorziening iets verderop hoort. Het hek heeft een hangslot. Ik klim ernaast over een muurtje van gestapelde stenen. Iets verderop staat een toren van ijzer. Eromheen staat een gaashek. Wanneer ik er dichterbij kom, zie ik dat op een plek het gaas platgetrapt is. Da’s eerder beklommen door creatieve mensen met een camera. Nee, laat ik het toch maar niet doen. Ja, ik ga het doen. Ik begin in de toren te klimmen, de toren is gemaakt van vier balken metaal die rechtop staan en boven bij elkaar komen, daarbinnen zit een stalen balk waar treden van gebogen vlechtijzer op zijn gelast: een trap. Nooit geweten dat het beklimmen van zo’n soort trap, zo stijl in negentig graden naar boven, zo lastig is. Ja, op een groot zijlschip uit vroegere tijden klimt men ook weleens naar boven, maar dan is de hoek schuin naar voren. Ook kan ik me niet steunen aan de manteling, daar zit nog een halve meter tussen. Wanneer ik tien meter hoog ben, zeg maar hang, komt er beneden een auto aanrijden van de waterplantage. Nu ben ik erbij, denk ik. Ik voel me als een kind die bang is betrapt te worden na het stiekem nemen vaneen extra koekje. Nou, dan zal ik maar naar beneden gaan. Maar dan heb ik alles voor niks gedaan, en geen foto van het bijzondere gebouw in het landschap. Ach nee, toch maar naar boven, en wanneer ie me aanspreekt zal ik zeggen: okay ik kom naar beneden, neem ik me wat krampachtig voor. Ik klim hoger, ik hoor de man het slot en de ketting bewerken, en een stukje verder rijden. Wat hoger gekomen neem ik snel twee foto’s en klim maar naar beneden om met de man te spreken. Wanneer ik de dunne treden met knikkende knieën afga, hoor ik de auto starten en wegrijden. Dus alles voor niks zorgen gemaakt. Later zegt iemand, had je ook weer naar boven kunnen gaan.

Nu het beroemde gebouw El Escorial.

Wanneer ik binnen foto’s wil maken, komt er steeds iemand die het me verbiedt. Zelfs als het geen dure kunstwerken zijn: bijvoorbeeld een rode tegelvloer met een tegelplint en een groen luik, met sterke kleuren, wat ik een sterk beeld vind vanwege de kleur, mag niet. Wanneer ik inmiddels wat heimelijk toch foto’s wil maken komt er een beambte oom de hoek om het te verbieden. Ik verraad me natuurlijk ook door het opentrekken van het klittenband van de camerahoes. Het geluid gaat door de ruimten, hoe voorzichtig ik het ook opentrek. Maar vanuit sommige nissen in het gebouw lukt het met toch om een kiek te maken.

Eigenlijk had die Philips II het niet slecht bekeken. Niet de macht en de grondgebied uitbreiden. Wel een deal met de geestelijken. Dat was toen hè, ja toen!

Een grote zwart marmeren gang leidt naar de tombes. Er hangen grote gouden kroonluchters in. De graven van de koningen liggen in een ronde ruimte netjes boven elkaar , tot heel hoog. Als waren het potten in een dure apotheek. In een zaal staat een soort witte taart met allemaal graven. Het ziet eruit alsof het in een showdecor van een televisie programma goed zou doen. Het witte bouwsel is een samenstel van allemaal kindergraven, de kindersterfte was vroeger groot. Het doet me ook een beetje aan een graf op het luie end in Utrecht denken. Daarin liggen geestelijken, dit graf is buiten en lang niet zo mooi, wel gezellig om te liggen, lijkt me. Ik zeg bij de witmarmeren taart tegen een Nederlands echtpaar: dit dekt mijn begrafenisverzekering niet. Zij: het is wel prachtig!
Op de houten banken mag ik niet zitten, da’s ook een deel van het tentoongestelde. Die rood beklede bankjes daar zijn voor de bezoekers.
Erna kom ik bij schilderijen. Ik zie een schilderij van Jan van Provoost (1465-1529), Aflegging van het kruis, kopie naar Rogier van der Weijden. In de Bilt is er een wijk met namen die verwijzen naar die oude meesters. Wat zou het leuk zijn om een tentoonstelling van een van de schilderijen van elke schilder te laten zien. Wel een super dure affaire. Helaas de overgave van Breda van Velazques niet gezien.
Bij Maffra in Portugal, dat hetzelfde concept heeft, en twee eeuwen later is gebouwd, kon ik het verschil paleis en klooster goed zien door de interieurs. Hier zie ik dat verschil niet, mogelijk heb ik het klooster-deel niet gezien.
Eigenlijk ben ik voorstander van Philips II geworden. Dat gaat lekker snel bij mij. Er moet nog wel wat gestudeerd worden. Morgen zal ik las Meninas zien.

Na het werk van het maken van foto’s ga ik op een plaatsje in het stadje op een terras zitten en bestel voldaan wat heerlijks. Ik neem me voor om niet zoveel over eten te schrijven. Sla met grote stukken tonijn, het zal ook wel uit een blik komen, maar het is toch anders. En erna merluza, kabeljauw. Een super vers broodje erbij. Bier. Heerlijk, heerlijk. Op het terras worden gasbranders neer gezet, ook worden er dekens uitgedeeld. Ze verwachten vast een vroege winter, of erg kouwelijke toeristen.

Las Meninas
donderdag

Ik ontbijt bij het buur restaurant en bestel ‘chorros con chocolata’. De ober: con cacao! Ook goed. Een zakje wordt opengescheurd en er komt poeder in het glas daarna warme melk en de churros wordt ernaast gezet. De sinaasappelsap is vandaag beter dan die van eergisteren, het lijkt vers geperst. Het zoute van de churros wordt geblusd met het zoete van de chocolademelk. De churros is wel hier gemaakt, niet vanochtend, het proeft wel vers.

Ik maak foto’s van Cervantes, z’n beeld dan, het staat voor het parlement, El Cortes.

Het Prado. Da’s de naam in de volksmond, officieel heeft het: Museo Nacional del Prado. Eerst moet ik in de rij voor kaartjes en erna in een rij voor het entree. Het draagt bij aan volledige werkgelegenheid. Wat een boel mensen werken hier om het allemaal in goede banen te leiden.

Er is hier heel veel groots, in de zin van kunsthistorisch belang, te zien. Hoe is dat zo gekomen? Ik begin in de nieuwe vleugel met beelden. Leone Leoni een beeldhouwer uit Italië is hier goed vertegenwoordigd. Ik zie een imposant beeld van Philips II. En Maria van Hongarije die landsvoogdes, een soort regentes, over de Nederlanden was van 1531 tot 1556, toch mooi 25 jaar. De relatie met Nederland was groot.

Door de trip naar El Escorial kon ik koning Philips IV in de spiegel van het werk Las Meninas herkennen. Toch niet voor niks zo’n educatieve vakantie.

In het museum vraagt een Nederlandse mijnheer m’n pen. Hij schrijft iets van het bordje van ‘De overgave van Breda’ van Velazquez (1599-1660) op. Hee, het hangt hier. Ik krijg de pen terug. Graag gedaan ja. Ik spreek met hen over hoe al die werken hier gekomen zijn? Dat puzzelt mij. Ja, je hebt nu vliegtuigen en vrachtwagens, maar in vijftienhonderd? Hij: vervoer ging vast met de boot, niet over die hobbelige wegen van toen.

Het internationale van het museum is interessant. Van vele landen hangt wat, Spanje was ook een wereld macht, het had veel koloniën. Later lees ik dat de koning, vorst was over heel veel Europa en dat ie veel schilders ontbood op het paleis. Dat scheelt transportkosten, zullen we maar zeggen.Velazques, Tintoretto en Rubens spraken elkaar op het Spaanse hof. Zo kan ik het ook, museum spelen! Koningen werden vroeger vaak afgebeeld, in marmer of op schilderijen, net als bij ons nu Willem en Maxima vaak op de televisie te zien zijn. En ach, zelf kunnen we er met alle foto’s ook best wat van.

Ik zeul en zeul met alle m’n spullen, de dikke catalogus en cadeautjes. Gelukkig kom ik erachter dat ik het bij de garderobe balie af kan geven. Dat scheelt.

Ook hier het verbod om te fotograferen, sommigen lukt het wel met hun kleine telefoon een enkeling werkt met tablet. Ik ben jaloers op die lui.

Het is hier zo groot, met zoveel belangrijke historische stukken en met zoveel mensen ervoor. Het is allemaal wel veel. Een paar beelden geef ik meer aandacht. Eerst dacht ik volle aandacht, maar het is nog veel te veel vluchtig. Rogier van der Weyden wordt hier veel getoond. Wat een mooi vroeg olieverf schilderwerk. Is het ooit beter geworden erna? Ik word helemaal ontregeld van de Kruisafneming van van der Weyden, uit 1435. Wat is dit subliem. Bestaat er mooier?

Het wordt me ineens allemaal teveel, al die kunst. Wat hebben ze hier veel belangrijke werken. Ik raak van de vele impressies zo in de war, dat ik de uitgang niet meer kan vinden. Borden werken voor mij dan niet meer. Verschillende keren moet ik het vragen.

Het T-shirt in de museum winkel met de edelman met de hand op de borst, is van El Greco.De hand op het schilderij lijkt net niet te horen bij het gezicht. Bij het T-shirt geeft dat niet, het heeft geen hoofd, dat moet je zelf leveren wanneer je het aantrekt. De stof is flinterdun, dus maar voor één keer dragen. Anders had ik hum gekocht.

Het menu del dia, deze dia: sla met geitenkaas, filet vis en chocoladetaart toe. En koffie.

In de serie levende standbeelden in de winkelstraat, nu eens een bebloede Christus met kruis in de winkelstraat. Een knap werkje grimeren, maar wat wil deze man zeggen? Niet leuk.

Een Maasdam kaas, deel van Nederlands glorie, snijden ze helemaal door zoals je soms ook Parmezaanse kazen ook weleens ziet, luxe, luxe. Verder weer hammen tot aan het plafond, een hele ham-Iberico-cultuur.

Even terug naar m’n hotelkamer. Bij de ramen open hoor je veel van buiten van het plein. Wanneer de ramen dicht zijn hoor je geluid van de kamer naast je. Ditmaal echtelijke ruzie, zeg maar meningsverschil en vergezeld van het geluid van een huilend kind.

Hoe komt het dat het geluid van buiten vandaag veel sterker is dan anders? Is het de start van het weekend? De Spaanse televisie heeft weinig muziekprogramma’s, net als in Nederland. De computer, waarmee ik vrijelijk gebruik van internet kan maken, krijg ik niet aan de praat, wat geluid betreft, waardoor ik you-tube niet kan afspelen. Geen geklaag hoor! De eerste dag dat ik hier was, ging ik zappen en kwam op een commerciële Spaanse zender die een box oude amusementsmuziek aan prijsde. Met Frank Sinatra en veel meer, eigenlijk alles van vroeger. Die oude filmpjes bleef ik wel een half uur bekijken, totdat ik dacht: hiervoor ben ik toch niet naar Madrid gekomen?

‘s Avonds om de hoek gegeten in een soort hippie restaurant. Ze draaien oude songfestival muziek. Grote orkesten. Het is een speciale kaart. Eenvoudig en naspijs wordt niet aangeboden. Of had ik er een andere kaart voor moeten vragen? Er staan veel samengestelde gerechten op het menu. Sla met reepjes vlees, sla met stukjes vis enzo. Ook goed. Op de kaart geen likeur. Als ik ernaar vraag blijken ze de licht groene kruidenlikeur uit Santiago uit Galicië gewoon te hebben. Ik krijg een klein glaasje. Een mooie afsluiting. Als slot wordt er een speciale ceedee opgezet. Madrid is the most special capital of the world. En nog eens, en nog eens.

En nog eenmaal langs het Plaza Mayor.


Atocha

vrijdag

Naar huis; L.2.,Quatro Caminos L.6., Ministerre Nuovos L.8., vliegveld.


verblijf:

. JC Rooms Santo Domingo, Cuesta de Santo Domingo, 16, Madrid.

gelezen:

.  De woorden en de dingen, Michel Foucault. Ambo.
. Spanje, een reisgids, Rik Zaal, 2002, uitgave in dwarsligger, mei 2011.
. Tine, of de Dalen waar het leven woont, Nelleke Noordervliet, Uitgeverij Augustus, 2013.
. Insight City Guide, Madrid, Discovery Chanel, APA publications, GmbH & co.Verlag KG.
. en wat later: the New Spaniards, John Hooper, Penguin Books, 2006, Pearson..
. The Prado guide, 2012. Goed voor de geschiedenis van de Europese schilderkunst

gegeten:

. Restaurante Cerveceria La Cornua, Cuesta de Santo Domingo 22, Madrid.
. El Sol sala para Todos, Plz de la Constitucion 9, San Lorenzo de El Escorial
. Dehesa Santa Maria, Plazuele San Gines, Madrid.
. La Taperia, Fuencarral 139, Madrid.

gedronken :

. veel vers getapt bier.




6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com

drieshondebrink©



1 opmerking:

  1. Ha Dries, Weer een mooi relaas. Helaas kan ik je niet meer aanbevelen op facebook (account gedeactiveerd vanwege facebook 'moeheid', of liever vanwege de contact-armoede van facebook als medium) Je gebruikt je tijd goed zo te lezen: jammer dat je als fotograaf zo aan banden bent gelegd, maar: wat een dappere verticale opstijging! Het doet mij plezier om te lezen dar de lucht in Madrid helder en schoon is: een uitnodiging om deze stad te bezoeken in tegenstelling tot mijn ervaring met Barcelona. Mogelijk speelt hierbij ook de tijd van het jaar een rol: in Barcelona was ik begin juli (warm en
    vol uitlaatgassen). Dat je veel schrijft over eten en drinken vind ik geen bezwaar, want je schrijft (en eet en drinkt) met smaak, en van het lezen erover word ik niet dik. Tot je volgende avontuur! Loes.

    BeantwoordenVerwijderen