Powered By Blogger

zondag 10 maart 2013

11 - Milaan groeit, oktober 1997

11 de

elfde verhaal / eleventh story

dagje Milaan


Milaan groeit

oktober 1997


Wat eraan vooraf ging. Bij de Slegte vind ik herdrukken van middeleeuwse kaarten van Milaan. Daarop zie ik de Domkerk en een fort. Samen lijkt het me interessant het te bezoeken, en goed voor de fotografie. Ik koop de kaarten niet, ik overweeg wel, of ik wel of niet zal gaan en binnen enkele dagen kies ik bij een bureau een reisje naar Milaan. Ik wil meer informatie en boekjes rond m'n doel, want dan zie ik meer en maak ik meer mee. Ik merk dat er in Utrecht in de boekhandels weinig of niets over Milaan aanwezig is. Laat ik die oude kaarten maar kopen. Bij het voorbereiden zie ik tot m'n schrik dat de eerste kaart het fort goed te zien is, maar dat op de daarop volgende kaarten het fort steeds dichter naar de Dom schuift en kleiner, en kleiner tot uiterst klein wordt. Er is zeker veel bijgebouwd en dan moet het oude sneuvelen, jammer. Dat moet ik nou hebben.




kathedraal

zaterdag

Met Air-France vlieg ik via Charles de Gaule naar Milaan.

Dick Elffers is op de Nederlandse televisie nog maar net uitgesproken bij Hanneke Groenteman over spelen met etenswaren, of ik zie hier in de metro bij reclames van Esselunga, een soort Italiaanse Albert Heijn: radijsjes als muisjes, kiwi's als konijnen, aubergines als pinguïns en peren als gloeilampen. Over tien jaar komt Dick vast met een boek over sex met fruit. Ik ben benieuwd.

Wanneer ik de televisie aanzet, zie ik puinhopen met erover de naam van het hotel: Baviera. Ik schrik, er zal toch niet iets ergs, iets rampzaligs onder mijn voeten met het hotel aan de hand zijn? Er is me nog niets gebleken. Wanneer wat later het toestel nog eens aanzet, is er weer die tekst. Het blijkt een welkomsttekst te zijn en die eerste ging over de trieste journaalbeelden van de aardbeving in Umbrië en de Marken heen. Het is een openingssignaal nu over een regionale Milanese zender. Het gebouw zal nog wel intact zijn. De televisie heeft, naast een aantal Italiaanse zenders, Duitse, Franse, Spaanse zenders, CNN en Eurosport. Ik zie een reclame voor de nieuwe film Mrs. Dalloway, van de Oscar winning Marleen Gorris. Onze Marleen Gorris. Wel even trots.



  zondag

De Dom heeft een aardige mist om zich hangen. Wat Nederlanders niet doen, is regelmatig lopen in de stad, flaneren. Italianen doen dat des te meer. Misschien komt het door de betere weersomstandigheden. Nederlanders komen wel naar buiten voor een koopdag in de stad, voor sportevenementen, maar om alleen naar buiten te komen om te lopen en naar elkaar te kijken, dat is er niet bij. Zo rond vijven is het hier in Milaan bij de Domkerk, die na de Sint Pieter en de kerk in Sevilla de grootste kerk van de wereld genoemd wordt, een drukte van jewelste. Ook zo op zondag is het er op het plein de hele dag druk.

In een boekwinkel vind ik een boekje Milanees-Italiaans. Leuk voor Eva. Degene die voor me staan bij de kassa, maken grapjes over het Milanees, het lijkt of ze het iets volks, iets minders vinden.

Zondags gaan ze hier naar het fort, bezoeken er de musea, kopen wat spulletjes, allemaal in een rustige sfeer. Bepaald geen beeld van een drukke industriestad. Hoe kan het dan dat het fort op de opeenvolgende kaarten, die in Utrecht liggen, wegkwijnde? Ik ben verbaasd over de grootte van het middeleeuwse fort.

Veel oude muziekinstrumenten in het museum. Honderd violen, negentig fluiten, pianoachtigen, orgels, het kan niet op. Gewone dingen in het leven kunnen vaak moeilijk voor me zijn. Zo kan ik lang staan wachten bij een lift wanneer ik gedrukt heb. Terwijl de lift allang voor de tocht klaarstaat. Netzo kan ik ineens het openen van een fles lastig vinden. Ik zoek een tijdlang naar een metalen voorwerp om de plastic schroefdop van de fles te halen. Maar ik vergeet dat je bij bepaalde flessen gewoon eerst kunt draaien, waardoor de dop van de fles komt. Wanneer dat niet lukt, kan je altijd alsnog met een metalen voorwerp aan de slag. Gedachten die ik in eerste instantie verkeerd aanneem. Allemaal punten van dezelfde orde.

Na een tocht langs vele modewinkels, kom ik bij het Brera museum. Helaas gesloten. In een koffiehuis zegt de bedienende vrouw of ik nog wat water bij m'n koffie wil? Reuze aardig voelt dat aan. In Nederland merk ik vooral dat men zegt: kan ik u helpen, of: wat wilt u? Hier hoor ik een verwachting erbij, of een advies. Dat is meedenken en voelt veel beter aan.

Door het mooie weer ook 's avonds gefotografeerd: de kerk, het plein, de Scala, Vittorio Emanuele II, Manzoni en Leonardo.

Het hotel is comfortabel. Al het linnengoed wordt na een nacht vernieuwd. Een glas is hier van plastic, de douche piemelt, enkele minpunten, maar verder alles pico-bello.
binnenplein Brera museum

maandag

Iets voor Bert uit Sesamstraat. Duiven door de eeuwen heen! Hele vluchten duiven. Een bijna wolkloze hemel. Eerst moet ik een halve Domtoren treden beklimmen. Dat wilde ik zelf, want een lift is ook paraat. Na de trappen een omtocht als Quasimodo. Dan weer een trap op en wanneer je op de laatste treden het dak ziet, is op net boven de trap aan je voeten een marmeren duif geplaatst. Reuze grappige kunst. Wie zegt dat je in Italië alleen religieuze oude kunst kunt zien, zit fout.

Een zeer opgewonden camera. Boven op de kathedraal liggen platen van wit marmer in de zon te stralen. Ik zie een fragiele Japanse vrouw, modieus gekleed in een paarse mantel, die een mooie kleine zilverkleurige fotocamera voor zich uit houdt. De camera heeft een geweldige zoomlens in erectie. En dan bedoel ik ook een echte uitstand! Mevrouw houdt het apparaat voor zich uit, met en houding van 'dit heb ik niet gedaan', of 'dit heb ik niet gewild'. En maar praten met haar vriendin. Hoe moet ik de zoomlens weer in de ruststand krijgen? Alsof ze niet weet hoe ze hem weer koest moet krijgen. Gelukkig vindt ze het uit-knopje. Een leuk gezicht.

De grote platen wit marmer worden door roestvrij stalen kabels bijeen gehouden. Denkend aan de aardbevingen in Umbrië krijg ik hier hoog toch wel een ietwat wiebelig gevoel. Het uitzicht is prachtig. Een zicht op de daken van de stad en in de verte de Alpen. Alle openingen in het beeldhouwwerk zijn opgevuld met plexiglas. Dat de toerist er niks meer doorsteekt of afbreekt. Ik zie dat dat laatste al wel eens gebeurd is.

Mijn fotowerk vergt al m'n aandacht. Er is een blauwe hemel met hier en daar sluierwolken. De zon voel ik wel. Ik sta op het hoogste punt en wacht tot enkele toeristen op een goede plek voor het beeld staan. Ik wacht gespannen. Gaat er boven mij een harde bel. Niet zo'n moderne elektronische telefoonbel als van vandaag de dag, maar zo'n oude harde snijdende mechanische bel, waarbij geen twijfel mogelijk is dat er iemand iets wil. Ik schrik. Enkele mensen onder me lachen. Mevrouw roept: telefoon! Ik ben wat overrompeld maar begrijp uiteindelijk haar grap wel en zeg: pronto, pronto! We lachen. Zegt de man: het Vaticaan ruft. We lachen. Daar hoog boven op de kathedraal.

Hier zie ik een zeer modieus, donker en strak gekleed stel. Milanese mode. Helaas niet in de lens te vangen. Het is kleding die het goed op begrafenissen doet of bij personeel van luchtvaartmaatschappij, maar is met een lachend gezicht erboven, verleidelijk en speelser.

Wonderlijk is dat de uitgang van de metrostation pal naast de kerk boven de grond komt. Tast het de fundamenten van de kerk niet aan?

Ik loop door de Gouden Vierhoek, de straatjes waar de zeer rijken hun mode inkopen doen. Modehuis naast modehuis, boetiek naast boetiek en als er een verbouwing is, dan komt er later een boetiek. Aan een houten wand die zo'n verbouwing verbergt hangt een meters lange stropdas tot net boven het trottior. Ieder die er langs komt trekt er even aan. Interessant, al die vormgeving, kleuren, belettering, kleding. Wat Giorgio Armani doet in het zwart, doet Laura Bigiotti in het wit. Verder rood, rood, rood, alle soorten rood. Maar heeft u wel eens een witte marmeren trap met een zwarte loper en een zwarte deur gezien?

Weer ben ik te laat voor het Brera-museum. Dom, dom, van mij. Open tot één uur in de middag. Er heerst in de binnenplaats een gezellige drukte van een opleiding voor kunstenaars. Met echte Fame-drukte. De bibliotheek is wel open. Ik zie boeken van de vloer tot aan het plafond in eikenhouten kasten staan. Daartussen allemaal lui die naar voren gebogen werken aan tafels, ze werken, ze werken aan een plan, iets waar ik ontzag voor heb. In die grote ruimte veel oude boeken en kasten, actieve mensen en een echte oude wereldbol. Iets voor Boudewijn Buch. Ik denk dat ik delui stoor en ik vertrek snel.

In een rustig straatje eet ik buiten. Naast me zit een dikke Anna, een schoothondje met lip overstijgende tandjes en een manspersoon, die te lui is om te werken. Zo'n veertiger met zwartvette haren en een loshangend leren jasje. Ja lui, dat zie ik gewoon, met eenzelfde gemak als ik blind een alcoholist kan ruiken. Ieder die langs het terras loopt, spreekt en groet Anna. Chiao Anna! Ze speelt de Laura Betti, bekend Italiaans filmactrice, van Milaan. Eigenlijk Laura Maria Betti van Milaan. Ze hoort het verhaal van een ongeluk en het daarop volgende ziekenhuisbezoek aan. Het is meer Santa Anna.

Of ik de tartuffo bij de koffie wil? Begreep ik van de vraag. Nou dat wil ik wel. Het gerecht drijft echter in de koffie. Ook lekker. Daarna bezoek ik de Santa Maria del Grazië en het San Sirostadion.

Van veel wil ik melden, dus ook de eenvoudigste zaken. Ik drink iets in een goede bar. Tuurlijk, daar zal ik niets van zeggen. Daarna snel naar het toilet, want ik moest al voordat ik het gebouw inging. Ik doe het licht aan en zie een mooie ruime pleetoestand. Daar zie ik de tekst: houdt het schoon! Maar wanneer de restauranthouder er zelf niets van maakt, dan kan de toerist zich niet aan deze opvoedkundige tekst houden. Nu, zo met nauwelijks toiletpapier, het vele zwerfvuil, een laatste stukje handdoek uit een apparaat, valt er hier niks schoon te houden!

Het zappen met dertig televisiezenders geeft geen plezier. Wel is er een stedelijke zender. Daarop zie ik herhaald hetzelfde stukje film met Dario Fo, de verse winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. Meer dan vijftien jaar geleden privatiseerden televisiezenders. Heel wat zenders gingen na elven over op erotiek. Daar is niets meer van over. Veel zenders waar men tapijten, zilverwerk, glas en antiek kan kopen. Ook hier is er een Supra-Wibra sfeer. En dan de hele dag door. Pavarotti komt langs met een 'Si. si, si, banco di Siena'-reclamespot. En wel zijn eigen kapitaal in Monaco.

Certosa di Pavia
dinsdag

Kwart voor zeven word ik gewekt door de telefoonbel. Ik ga op bezoek bij het Kartuiser klooster in Certosa di Pavia. Om precies negen uur 's ochtends stap ik uit de trein en even later loop ik in een heerlijke vochtige kruidige landgeur, langs een eindeloze stenenmuur waarachter ik het klooster vermoed. Alsof er geen stoffige steden met een overvloed aan uitlaatgassen bestaan. De hemel is licht blauw, het is nog net koel, windstil en de zon doet z'n best. Wanneer ik door de muur het kloosterterrein opga, zie ik dat de renaissance gevel van de kerk de zon niet mee heeft, en dat het er tijdens mijn verder verblijf ook niet van zal komen om deze onder welke hoek dan ook door de zon goed beschenen te fotograferen. Dus ik moet hier terugkomen. Het gebouwencomplex moet ontdekt worden. Ik zie mooie gazons, prachtige binnenhofjes. De kerk is zeer hoog. Die kloosterlingen toch. Dan weer denk ik: wat een kunst, wat een schoonheid. Ik geniet. In een serieuze bui denk ik: dat moest de bevolking toch maar opbrengen. Maar kloosterlingen hadden alle tijd. Dus ook alle tijd om iets moois te maken voor allen. Het was niet alleen voor henzelf. Ze maakten schoonheid voor de Here. En er is al eeuwen van te genieten. Een leger van handwerkslieden, die we nu kunstenaars vinden, zijn er aan het werk geweest. Waarschijnlijk had men alleen grote kunstenaars voor de grote werken, die betaald werden. De architecten, houtbewerkers, beeldhouwers en kunstschilders.

Wat een heerlijke sfeer, het is stil, een grote ommuurde grasveld, die kleine hofjes, en ommuurde tuintjes. Waarom wil ik thuis heel niet aan een tuin? Het bevalt me zo dat ik een gevoel krijg van 'dat ik hier zijn mag', ik voel me gelukkig.

Binnen verkoopt een pater kruiden, zeep en drank. Buiten de kloostermuur zie ik een souvenierwinkeltje met voetbalshirts waarop 'Kluivert' en 'Bogarde', Nederlandse voetbalgoden in buitenlandse dienst. In de bar gooi ik met mijn fototas op m'n rug een glas van de bar. Heel niet erg, vindt de barkeper. Ik mag het niet betalen. En dat vind ik weer niet erg.

Bijzondere kleuren. Eind jaren zeventig zag ik hier in Italië nieuwe kleurcombinaties. Mij was ooit als kind geleerd, blauw en groen doe je niet samen. Alles met een standvastigheid en overtuiging als van het niveau dat 'katholieken andere mensen waren dan wij protestanten.' Maar waarom eigenlijk al deze kleurloze aannames? Hier zie ik in de mode paars en groen samen. Met een donkergroen als die van het blad van de sinaasappelboom. Ook zie ik paars en roze samen bij de spoorwegen. Ja, er kan veel. In Engeland heeft men ook andere dan Nederlandse kleuren, rare kleuren, poepige kleuren, maar die staan me tegen. Hier hebben de kleuren in de vormgeving iets nieuws, iets uitnodigends.

kaart Milaan 1844

's Middags ga ik langs de grachten van Milaan. Hier is ooit al het marmer voor de kathedraal aangevoerd. Echter de grachten zijn nu leeg, ze zijn droog. Tweemaal per jaar wordt het schoongemaakt. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Zoiets lijkt mij een aardige gedachte voor Utrecht. Gewoon het water eruit en eens kijken wat er op de bodem ligt. Ik vraag iemand waar het water is? Deze antwoordt, dat de gracht wordt schoongemaakt. Hij: maar het blijft vuil! Dank u voor de uitleg. Jammer dat ik niet verder vraag. Een leuk kunstenaarsbuurtje rond deze grachten. Dit zal ooit ook wel eens door projectontwikkelaars onder handen genomen worden. Jammer dan.

De jaarbeurs is niet in functie. Over twee weken is er weer een beurs. Een paars kabinet kan de frequentie nog aardig opvoeren, denk ik positief.

Ik kom in het warenhuis 'la Rinascente' waar er naast de Italiaanse teksten, aanbiedingen in het Engels en het Japans gesteld zijn.

Het restauranten-vergelijkingsonderzoek, een wereldonderzoek, brengt mij langs heel wat plekken. Een zelfs met de naam 'Lucca', een plaats waar we een half jaar geleden zijn geweest, maar dat blijkt me een te dure. Ik kies: Osteria, Peppino Strippoli, di Mario Emcrino, via Tadino 5. Een Osteria Pugliese.

Wanneer men mij een plaats aanbiedt weiger ik het eerste bod. Het is aanschuiven, maar hier zit ik, meteen in de wind als de voordeur opengaat. Geen lekker vooruitzicht voor mij. Dan maar aanschuiven bij de volgende rij. Het restaurant heeft losse tafeltjes in de ruimte ernaast staan, en hier slagrijen tafels en stoelen, waarbij het gewoon aanschuiven is. Ik moet denken aan Chartier in Parijs. Wanneer ik zit, krijg ik vrij snel een bordje met crostini, op de grill geroosterde broodjes met tomaten voor me. Het rood van de tomaten schijnt, straalt in m'n ogen. Zo sterk dat ik het weken erna nog zo voor de geest kan halen. Ik bestel worst. Niet van de koe, zoals de ober verwachtte, maar paardenworst. Tijdens het wachten op m'n bestelling overdenk ik het een en ander. In Rome stonden veel mensen te telefoneren uit hun zak, op de meest onverwachte plaatsen. Zelfs in de kerk telefoneerde men in een stil hoekje. Ook in een restaurant ging, wanneer er een tweetal aan een tafel zat, er één ervan nog weleens met een belangrijke ander telefoneren. Dan zit die aanwezige ander er voor nop bij. Dat zal mij toch niet overkomen. Dat zou ik niet aardig vinden. Wanneer ik al even aan tafel zit, komt er iemand tegenover me zitten. Iets van een gesprek ontstaat. De man woont in Bologna. De bestellingen worden opgenomen. Ik ga naar een tafel met lekkers, een saladebar. Wanneer ik terugkom is m'n tafelgenoot aan het telefoneren. Het moest dus toch gebeuren. Ik aan de sla en hij slacht zijn bestelde vis beestachtig. Hij spreekt, net als ik, ook niet erg best Engels, maar zo met europese handen en voeten, zo alles door elkaar, komen we er toch aardig. Hij heeft een bedrijf in de beveiligingssector, en een Renault. Ik adviseer hem de film 'the Conversation,' van Francis Ford Coppola te zien. Hierin komt Gene Hackman voor, in de film in de rol van een afluisterspecialist, die ik voor het eerst een introvert persoon zie spelen. De vriendin van mijn tafelgenoot woont in Modena. You know, Modena met Ferrari en Pavarotti! Ik spreek de verwachting uit dat hij nog best eens een Ferrari zal rijden. Ja, hoe kom ik erop? Hij trekt de telefoon en ik moet praten met zijn vriendin in Modena, die de directeur kent van Ferrari, die weer een kennis is van Agnelli van Fiat. Ze is een stevige dertiger. Door het geroezemoes van het restaurant hoor ik haar helaas niet best. Hij sluit af, zo is een telefoon meer dan een communicatiemiddel van twee mensen. En ben ik wat over mijn afkeer van 'het bellen uit de zak' heen. Ik breng het Padania van Bossi in het gesprek. Hij: Padania is een 'bluff.' Daarna hebben we het over Puglia. Hij vindt dat er een groot verschil is tussen het noorden en het zuiden. Wanneer ik erna vraag, doet hij wat ingetogen lacherig en zegt dat hij dat niet hardop kan zeggen, want alle bedienende mensen om ons heen komen uit Puglia. Hij doet meewarig, alsof hij ze niet wil kwetsen. Toch eens aan Ien vragen wat dat verschil kan zijn? M'n tafelgenoot heeft haast. We nemen afscheid. Later lees ik bij Jan van der Putten dat in het Noorden Zuid-Italianen 'Terroni' worden genoemd. Terroni staat voor boerenkinkels. Gelukkig koken die landlui als de beste. Ik neem nog koffie en een grappa uit het gebied.

avondlicht op facade kathedraal

woensdag

  Bezoek Brera-museum. Driemaal is scheepsrecht. Gigantische schilderijen. Michaele di Verona, Kruiziging. Golgotha aan zee, komt goed uit voor het plaatje. Prediking van Sint Marcus in Alexandrië, van Gentile en Giovanni, de Bellini-brothers. Of rood bebloede spijkers onder de dode christus. 'De kus' van F. Hayez, in vorige eeuw een symbool in een vrijheidsstrijd, een politiek schilderij. Of 'Pelilizza da volpedo', een mensenstroom, dat door Bertolucci bij de intro van Novocento gebruikt is. Alle beelden lekker theatraal, ook iets voor Jos Stelling. De Nederlandse Fellini.

Het tweede museum erna kan ik heel niet aan. Meteen van die prachtige middeleeuwse schilderwerken naar de moderne? Ik ga niet naar binnen. Wat verdwaasd door kunst loop ik door het park. Ik neem een broodje en het is goed.

Naar de kapper. In Italië ga ik altijd een keer naar de kapper. Vooral wanneer het weer niet meezit, kan het een prettige verpozing zijn. Bukken moest ik. Dat begreep ik niet. Ik verwachtte een bak op pootjes die achter me gezet wordt en dat ik achterover met het hoofd m'n haar gewassen wordt. Nee, bukken. En als een ondeugende broeder die straf krijgt, buk ik vanuit m'n stoel naar voren met m'n hoofd in de wasbak.

's Avonds weer super gegeten bij de Osteria Pugliese. Een heel schaap leek het wel. Een wandeling en nog even een ijsje. Ik wijs in de bak. Zij: nee, dat is mousse? Ik: doet u maar mousse! In Nederland nog niet gezien.

De televisie heeft een programma over mode: Milaan Collectione. Tientallen modellen lopen naar de lens, zo m'n hotelkamer in. Kom binnen! Het zijn zoveel modellen dat ik denk: hoe kan iemand hier nou nieuwe kleding uit kiezen? Hoe selecteert een mens? Ik blijf kijken. Bij de Gucci-beelden de beste loopmuziek. Giorgio Armani met de strakste kleding vind ik het sterkst. Ook hier weer oude dames, zoals Elsa Klensch van CNN, die de jeugdige nieuwe flitsende mode becommentariëren.



donderdag  

Nog een aantal korte bezoeken. Het Scala museum wordt belegerd door grijsharige Duitse toeristen. Ik kom niet langs de kassa. Dan maar geen opera deze dagen. Het museum Poldi Pezzoli aan de Via Manzoni 12. Hier heeft ooit een rijkaard tussen geleefd. Ik zou geen oog meer dicht doen van al die kunstvoorwerpen die hier naast elkaar staan. Dan denk ik aan een kasteel in Bergen in Noorwegen. Waar we een kamer in een kasteel grofweg in kunnen delen als plafond, vloer en muren met ramen en een deur. En als vulling een tafel en een sober gordijn. Verder rustig niks. Hier aan de Via Manzoni knalt de kunst de ruimte in. De plafonds zijn beschilderd, de deuren ornamentaal en de muren eromheen bewerkt. Een operatrap, tapijten, bordjes, schilderijen, beelden, glas in lood, zilverwerk, soorten meubilair. Het houdt niet op. Interessant vind ik, dat ondanks dat er nauwelijks buitenlandse kunst hangt, er tussen de schilderijen wel enkele Duitse en Nederlandse meesters uit de zestiende en zeventiende eeuw hangen. Het lichte groenige portret van een vrouw is prachtig. Pakt u dit maar voor mij in.

boven op de kathedraal
Op het vliegveld koop ik een Corierre della Sera, één krant met een bundeltje kleurige bijlagen in plastic. Het is de krant met de grootste oplage in Italië. In de krant krijgt Antonio Di Pietro een apart icoontje bij de tekst. Er wordt hier trouwens sneller met iconen gewerkt. Crises in het parlement wordt linksboven begonnen met een afbeelding van de buitenkant van het parlement op postzegelformaat. In de Republica, die ik op een stoel vind, zie ik een foto van de aardbeving in Umbrië. Op de foto is een huis te zien waar in het pleisterwerk een ernstige scheur zit, met ervoor een hoofd van een man die naar het huis opkijkt. Later, dezelfde week, zie ik in Nederland in de Volkskrant precies dezelfde foto. Reuze eenvoudig sterk beeld, meteen duidelijk, zeer symbolisch; that's news! Ik denk over het verschil met mijn foto's. Daar zit meer historie in en minder nieuws.

Op het Franse vliegveld stappen we uit het vliegtuig meteen in een busruimte, die wanneer die wegrijdt, naar het grondniveau zakt. Leuk zo'n op-en-neer-bus.

Ik denk nog eens over Milaan, over het kleiner worden van het fort op de kaart. En kom op het volgende: het fort beschermde in de middeleeuwen de stad en lag dus aan de buitenkant van de stad. Door het groeien van de stad, bouwde men huizen en wijken buiten de stadsmuren en krijgt het centrum van de stad een steeds kleinere plaats op de kaart. Zo verschuift het op de kaart en wordt het fort steeds kleiner. Milaan is groot.


verblijf:

. Hotel Baviera Milan, Via P.Castaldi 7, 20124, Milaan, Italië.

gegeten:

. Osteria Peppino Strippoli di Mario Emcrino, Via Tadino 5. Een Osteria Pugliese.

gelezen:

. Italianen, Jan van der Putten, uitg. Jan Mets, Amsterdam, 1998.

en zie:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Milaan_(stad)



6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com

drieshondebrink©








1 opmerking:

  1. Loes van der Scheer-Hendriks10/3/13 20:58

    Tja Dries, Je zou hiervoor geld moeten vragen van het Milanees Toeristenbureau. Zó aanstekelijk en beeldend als je alles wat je ziet en ervaart schrijft........ Ik heb er (weer) van genoten.
    Dan nog iets waar jij helemaal niets aan kunt doen: wat een prachtige kathedraal hebben ze daar in Milaan!.

    BeantwoordenVerwijderen