19de
negentiende verhaal / nineteenth story:Luther, J.S. Bach en Bauhaus
september 2017
zondag
Ik rijd langs grote hoge flats en
parkeer de auto op een openliggend terrein tussen de flats en de oude
binnenstad. De flats stammen uit de DDR-tijd. Zal ik nog verschillen tussen
oost en West Duitsland aantreffen? De historische binnenstad van Erfurt heeft
nog veel kerken en lijkt nog in de staat van toen: de oude staat.
De bovenleiding van de tram zijn
bevestigd aan de balken in de gevels van de vakwerkhuizen. Op die kabels staat
veel kracht en moeten altijd strak staan. Ik had nooit gedacht dat die balken
van vakwerkhuizen, ondanks dat ze vaak eeuwen meegaan, zoveel kracht zouden
kunnen verdragen. De trams zoeven zonder veel geluid door de binnenstad, ze
lijken te fluisteren.
Het glas
van de ramen van de vakwerkhuizen zijn, als je langer kijkt, gemonteerd in een
kunststof frame. Dat past niet echt bij de houten balken. Het zal wel voor het
comfort van de gebruikers zijn. Mooi is het niet.
Naast me zit een welgesteld ouder
paar. Ik denk er meteen een Mercedes Benz bij. Voor mij duidelijk Wessies. Ik
vraag aan mevrouw of de combinatie van Fernet Branca, wat een bittere drank is,
en de Müller Turgau-wijn, een mooie zachte witte wijn, wel samengaat? Ze begint
met nipjes aan haar bitter. Ja, het gaat wel samen, zegt ze. Wat later vertelt
ze, dat ze hiervoor vandaag veel gegeten heeft en dat zo’n drankje reinigend
werkt. Het paar had een lange rondreis gemaakt, met dagen in Polen enzo. Ze
waren eerder in Erfurt geweest, net na die Wende. Vroeger, zegt hij, in de
communistische periode, had men alle mooie oude gebouwen van de historische
binnenstad plat willen gooien. Met een toon van ‘het is me wat.’ Gelukkig is
het behouden gebleven. Zij: bent u Hollander? Ja, denk ik, aan mijn niet zo
nette directe vraag van mij van zonet aan mevrouw, horen ze dat vast af. Het
moet maar.
Soms komen er vliegtuigen vrij laag
over bij het hotel. Gelukkig niet vaak.
![]() |
Domplatz Erfurt |
maandag
Vroeg op en
een extra foto-uurtje met mooi ochtend licht genoten. Daarna een ontbijt in een
traditioneel Duits eethuis op het Domplatz. Voorin de verkoop van de bakkerij
en achterin tafels en stoelen om lekker rustig op te eten. Het lijkt me hier
nog uit de DDR-tijd. Je kunt hier nog niet met pin-digitaal betalen. Lekker is
het hier wel, er is veel keuze uit ontbijtjes.
De Krämenbrücke
herken ik, ook al loopt ie wat op, in eerste instantie niet als een brug over
water. Niet zo gek, hij is aan beide kanten bebouwd met huizen. Bij de Ponte
Vechio in Florence bevindt zich halverwege een open plek, waardoor je naar
beide kanten over de Canale Grande kunt kijken. Hier mist zo’n plek. De
bebouwing met hoge huizen loopt aan beide kanten van de weg door. Het lijkt
gewoon een wat hoger gelegen straatje. Ruimtelijk heel speciaal. Raar dat ik
het niet begreep. Het is zo een soort geheim van een stad.
Wandeling gemaakt. Langs het
toeristen bureau. Daarna gaan ik naar het Augustijner klooster. Daar verbleef student
Maarten Luther, aan het begin van zijn religieuze carrière als monnik, een aantal jaren. Luther vond het er pijnlijk
streng, lees ik ergens. Hier was het begin van de ontwikkeling van zijn
stellingen: waarbij z’n acties tegen de pauselijke-aflaat-handel van de kerk als
één van zijn punten naar voren kwam. Ik doe mee aan een rondleiding, mevrouw
legt veel uit aan de hand van regels van bedelordes. De Augustijner orde is van
oorsprong een bedelorde. De monniken leven van giften en kennen geen bezit. Een
ander belangrijk punt is: ze wonen en leven samen. De soberheid van de kerk als
gebouw toont zich in: geen groot altaar, geen stenen dak, weinig versieringen.
Het Duits van de rondleidster is voor mij moeilijk te volgen. Dan denk je dat je wel
iets van de taal begrijpt, maar: vergess es mahr. Wel weer: de Reformatie kunt
u nooit zonder de opkomst van de boekdrukkunst begrijpen. Een toen jonge kunst
die sterk in opkomst was.
Veel van het Duits van de
rondleidster heb ik helaas dus niet begrepen. Religie heeft ook veel abstracte
woorden. Een van de eerste Franciscaner kerken buiten Italië, we spreken dan
van de dertiende eeuw, stond in Erfurt.
Het huidige Protestants Augustijner
Klooster heeft vandaag de dag een rol in de oecumene. Paus Benedictus XVI heeft
het er vanuit de Katholieke kerk een rol in gegeven.
Erfurt is in de tweede wereld
oorlog gebombardeerd. Het klooster huist een monument met een groot verhaal hiervoor.
![]() |
kloosterraam |
Ik loop langs de Koopmanskerk. De
plek waar de ouders van Johan Sebas Bach getrouwd zijn.
Ik stuur Ameon een kaart.
Helaas heb ik hier nog geen goed
gevoel over richting, de wegen, de wandel-richting, het kaartje en eigen gevoel sluiten nog niet
goed op elkaar aan. De plaats van het hotel op het stadskaartje moet ik steeds
weer opnieuw opzoeken.
Eén nacht
langer blijven in het hotel kost ineens heel wat meer dan de eerste nacht. Dat
het een laatste kamer is, wat als reden opgegeven wordt, geloven we niet.
Hetzelfde bed, dezelfde kamer en toch dertig euri duurder. Je gaat niet
uitchecken en een nieuw hotel zoeken; das teveel werk. Dus ga ik maar akkoord.
Die verkoopmanieren van variabele prijzen ken ik trouwens ook van de
vliegtuigkaartjes. Het voelt bijna als ‘niet eerlijk.’ Maar we gaan ermee door,
het is vakantie.
Maarten Luther
dinsdag
De autorit
van Erfurt naar Weimar gaat door een mooi glooiend landschap. Veel
landbouwpercelen zijn geoogst. Het land ligt mooi in de ochtendzon. Ik geniet
hiervan, niet wetende wat ik allemaal ga
zien deze dag.
Bezoek aan gedenkplaats
Buchenwald, een concentratielamp. Wat een verhaal vol verdriet. Mijn nicht
heeft me erop gewezen. Ik zou het liefst het willen verzwijgen. Ik vind dat er
moed voor nodig is om het door te vertellen. Wat een belediging van mensen, van
‘de ander,’ heeft hier plaats gevonden.
Ik vind het lastig om erover te schrijven, want alles zal tekort schieten. De excessen waar in de audio-tour over verteld wordt, zijn vernederend en gruwelijk. En dan gaat het hier allemaal in het duizendvoudige.
Een onmenselijk systeem. Ik zoek een monument over lichaamswarmte, waarop m’n
nicht mij attendeerde. Ik heb het aan het begin van de tour gevraagd. Maar op
het aangegeven plek kon ik het helaas niet vinden.
Ik loop
over een soort grijze vlakte van grind waarbij de fundering van barakken door
donkere sintels zijn aangegeven. Verder volg ik een rondleiding met een
koptelefoon. Ik ga luisteren hoe de vertelster spreekt? Haar vertelling is
zonder nadruk op betrekkingsniveau. De feiten zijn al zo onmenselijk. Ieder
punt is droevig, droevig, punt na punt. Wanneer ik op reis ben geniet ik volop
van het moment, maar vandaag is het andere kost.
De Russen
hebben na de oorlog een groot deel van het kamp gebruikt om af te rekenen met
het nazisme. Dat afrekenen met het nazisme duurde wel vijf jaar. Nooit geweten
van die gebeurtenissen. En een jaar erna ben ik geboren.
Hier heb ik
het gevoel niet genoeg voor het goede in het leven te doen. Een donkere gevoels
wolk. Hier lacht niemand. Na zoveel narigheid wil ik even de tour niet meer
volgen en een gebouw niet bezoeken. Gewoon overslaan, nu is het genoeg. Een
soort persoonlijke tegenactie. Niks logies aan. Gewoon ‘nee’. Later lees ik
over bepaalde punten die ook interessant waren. Je kunt ook niet alles.
En weer
passeert er een grote groep jongeren met een docent. Dat stemt eigenlijk een
beetje goed deze dag. Erna kom ik in een kantine, waar talloze jongeren netjes hun
patat eten, dat vind ik positief, dit leuke troost.
Op door het bos naar Weimar. Ietsie geschrokken van de
hotelkosten gisteren, vraag ik dit keer eens naar een pension. Ik drink een glas bier op een zonnig terras, in
afwachting van het opengaan van het pension.
‘Zur Roze’ is de naam van het
hotel en ruikt alsof er een paar weken geleden nog gerookt is. Of een patatje
gegeten is. Maar het went. Zo druk hiervoor de straat is, zo stil is de kamer
aan de achterkant van het gebouw, waar ik verblijf.
De stad heeft veel Italiaanse
restaurants. Ik wil Duits eten van hier. Naar een warm restaurant. Ik Duitse
gerechten: runderrollade met kruiden,
meelspijs, rode kool met zoetzuur en sla. Poet-wijn. Rot wein uit het gebied
van de Weimaren Poeten-weg. Voor toe: warme kaas met honing, druiven en noten,
heerlijk. Het eten in Thüringen is goed en voordelig.De vrienden uit Pfalz, van
een tafeltje naast me, vinden Erfurt leuker dan Weimar. Ze geven nog advies
voor een Umleitung voor onze tocht morgen. Een leuk gesprek, dank, vielen dank.
Een
internet pleziertje: m’n zestigste download: huisjes op Texel, gedownload in
Amsterdam.
woensdag
Bezoek aan Bauhaus-museum. Samenwerken,
teamwerk en functionaliteit in de producten, waren kort gezegd, leidende
principes voor die school. Men streefde naar grote materialen kennis. Ze vroegen, net als op de Vrije Academie in
Den Haag vroeger, geen
vooropleiding. De studenten kregen les
van masters, de docenten, in workshops,
net als bij ons toen in de cineworkshop in de zeventiger jaren. Niet direct het
bestuderen van oude kunsten en dat herhalen wat in die tijd, en ervoor, gewoon
was. Maar meer studie van de materialen, ook nieuwe materialen, en verder
samenwerken. Meubels die bijzonder geconstrueerd waren, met een bekleding van
stoffen die van een andere afdeling van de instelling kwamen. Of keukengerei werd
passend ontworpen voor een nieuwe door architecten ontworpen keuken, zodat meer
makers en afdelingen samen werkten. We zien Rietveld achtige maquettes en
stoelen. Soms was Rietveld net iets eerder, lijkt. Er waren meer meubels dan
schilderijen. Een bijzondere wieg. Het zoutvaatje, welke we thuis al meer dan
dertig jaar hebben staan, blijkt een Bauhaus ontwerp. Ook zien we
stedenbouwkundige ontwerpen en grafisch werk en meer hoor. Er blijken ook bij dit
opleidings instituut, zo kort als het geduurd heeft, twee stromingen te hebben
bestaan. Eén, samenwerken als een sociaal ideaal, samen iets maken, en twéé,
technologie, gebruik maken van techniek om het leven en zijn producten vorm te
geven.
Leuk dat ik in de museumwinkel
het boek, dat ik net voor de reis gekocht heb, zie liggen. Het lijkt een soort
zegen op m’n aankoop vorige week. Ik had het wel veel eerder moeten lezen, dan
had ik er nu meer aan gehad, helaas. Maar goed, ik heb wel voor thuis nog iets
leuks te lezen, ook leuk.
Weimar
heeft minder kerken dan Erfurt, lijkt. In de Herders Kirche heeft Bach twee
kinderen laten dopen. Hij was in Weimar kapelmeister.
Dan: Wege
aus Bauhaus, een tentoonsteling. Gerhard Marcks, in het Neues Museum Weimar,
ook gedaan.
sAvonds,
wandelen door Weimar. Eten bij Jagermans: aanbevolen.
Een glaasje
Goldkrone is een gedestilleerd dat lekker is. Komt het van graan of druiven? In
ieder geval is het zacht.
donderdag
Een vroeg foto-uurtje. Helaas
grijs bewolkt. Dan maar een foto van de bronzen dichter Wieland die, als ik wat
langer kijk, ver boven m’n hoofd een bierflesje in z’n hand heeft; grappig.
Ze hebben
hier stoplichten voor voetgangers en fietsers te gelijk. Beide icoontjes in een
rond veldje gepropt. Toch heb ik er geen moeite mee hoor.
Op zoek naar vakantie vermaak
tref ik iets zeer ernstigs. Ook erna wil ik leven. Ik wandel door de langzaam
ontwakende stad, waar de zon de kilte van de nacht verdrijft. Aan de muur van
een groot pand in een winkelstraat hangt een bord met een verhaal. Het huis is
eigendom geweest van een ondernemersfamilie. Net na de tweede wereld oorlog
hebben mevrouw en mijnheer zich van het leven beroofd, vertelt het bord. In de
oorlog zijn hun beider zoons gesneuveld. Meer familie had dat gezin niet. Het
pand is naar de gemeente gegaan. Het wordt nu als kinderopvang huis gebruikt.
Ja, er moet over verteld worden, maar wat een schokkend verhaal.
Bezoek aan
het museum in het Stadtschloss. Het is groot licht en ruim en het heeft een
binnenplein. Ik begin met de Cranachs. Gevangen
door de kunst; in een groot museum de uitgang niet meer vinden, en iedere
suppoost zegt iets anders.
Met de auto
naar een parkeergarage en verder te voet naar Goethe’s tuinhuis in een groot
park. Daarna loop ik de heuvel verder op en kom langs het Haus am Horn, een
eengezinswoning, een Bauhaus project. Het huis bevindt zich in een straat met
luxe huizen waartussen het witte kubussen-huis. Haus am Horn, ziet er eenvoudig
en strak uit. Op de terugweg kom ik in het park langs List, Franz Liszt, z’n
beeld dan. Het wordt door een schoonmaker op een ladder verlost van een roze
snor. Hoe de toegepaste kunstenaar zo hoog bij het hoofd heeft kunnen komen, is
me een raadsel? Duchamp en Warhol zouden er niet zoveel moeite voor gedaan
hebben. Het poetsen gebeurt met een hoogwerker, hete stoom en poetsmiddelen. De
snor is eenzelfde soort humor als het groene bierflesje bij Wieland van
vanmorgen.
sMiddags doe ik het huis van von Goethe.
Met de wat grotere titel: het Goethe-Nationalmuseum, met Goethes Wohnhaus.
Goethe; dichter, minister en
wetenschapper onder meer. Wat deed die man veel, en wat is er veel aanwezig in
dat huis met tuin. Vanochtend een verhaal vernomen: Von Goethe was adviseur van
de vorst. Toen, na een brand van een bepaald pand, veel schilderijen vernietigd
waren, heeft hij een Jacob-van-Ruisdael-schilderij aangeschaft en zo een trend
gezet, een voorbeeld gesteld, voor
schilders, om in die landschapsstijl van een eeuw terug, te gaan weken. Hetgeen
gebeurde en zo een voorbeeld stelde. Sterke actie van von Goethe. Het Goethe
Haus staat vol met kunst en wetenschappelijke attributen. Niet voor ‘de heb’,
maar voor ‘de studie’, volgens de een of andere tekst.
In cafés
heeft men de neiging op het tafeltje een blikken potje met plastic groene
sprieten te zetten. Het moet gras voorstellen; vast ter decoratie. Bier en
flamkuchen zijn heerlijk.
En na die stop op het terras: op
naar huize huppelde pup, van Henry van der Velde. Zeg maar Haus Hohe Pappeln;
ook Bauhaus, een zeer vroege versie, wel te verstaan.
En verderop
een bezoek aan Belvedere, een mooi slot in een park. Thans gebruikt als
conservatorium. Er zijn slechtere bestemmingen. Later blijkt me dat er ook
museale collecties te bezichtigen zijn. Vandaag nemen we genoegen met de
buitenkant. Heel het porselein en faience niet gezien, ik mag hier nog een keer
terug gaan.
Op naar Jena. Geboorteplaat van Bernhard, onze oude prins Bernhard. Ik eet veel groente en vlees uit een koperen ovenbak,
die heeft vast een nette culinaire naam, helaas weet ik die niet. En drinken Federweisen,
een soort most die hier behoorlijk zoet is. Een super cognacje maakt het af.
De
telefoonoplader: het volgende hoofdstuk. In het Ibis hotel heb ik in onze kamer
het apparaat aan de lader en aan het net gehangen. Toen ik er terugkwam bleek
er geen verbetering van de accu te zijn geweest. Pieker de pieker? Er is toch
iets niet stuk? Twee uur later bedenk ik het volgende: wanneer je de kamer
verlaat, neem je het sleutelkaartje mee, en daarna stopt de stroomvoorziening
van de kamer. Okay, dan vannacht mèt sleutelkaart in het contactdoosje opnieuw
laden.
vrijdag
Somber
weer, bewolkt, zo startte de dag gisteren ook. Lekker ontbijt. Ik maak foto’s
van de Jenaer bibliotheek in het Volkshaus en van kratten platen leisteen, die
op straat staan voor een dak reparatie. Er is hier veel leisteen. Bezoek aan
optisch-museum; Optisches Museum. Ik begin nou niet met een positieve
grondhouding: astronomie, waar is al die kennis nu voor nodig? Die kennis trekt
me minder dan de biologie. Die toch ook gebruik maakt van microscopen. Ik dacht
dat ik wat met lenzen en optiek had, maar het getoonde gaat me boven m’n pet.
Weer een stukje zelfbeeld wat toe is aan een aanpassing. Ik zie het object ‘Unendlichkeit’.
Door je hoofd te steken in een kubus met allemaal spiegels erin, kan je zien of
je haar goed zit, ook van de achterkant. Iedere kapper zou zo’n kubus moeten
hebben. Microscoop beeld, vliegen, mooi, mooi. Eindelijk iets wat ik begrijp,
nou ja, leuk vind.
Een beetje oudere zit hier op het
stadsplein om elf uur, sochtends, al aan het bier. En niet zo’n kleintje ook. Het
is feest, en er is kermis.
De gebouwen in de binnenstad van
Jena zijn hoger dan die in Erfurt en Weimar, waardoor ik denk dat die stad meer
inwoners telt. Maar dat is niet waar.
Die andere gemeentes hebben dubbel zoveel inwoners.
Op naar
onze volgende bestemming. Ik rijd langs de Kahla porseleinfabrieken. Toevallig heb
ik vanochtend uit een kopje van die fabriek gedronken. Er zijn hier in de
streek meerdere porseleinfabrieken.
Tussenhalte
op onze tocht nu is Rudolstadt. Schillers geheime liefde, wordt gesteld. De burcht
van Rudolstadt is schilderachtig en het
café boven is vandaag niet publiekelijk toegankelijk. Er wordt een trouwfeest
gevierd; een mooie plek hoor, met zo’n uitzicht over de stad.
Door naar
Saalfeld. Ik krijg in het hotel een grote kamer. Ruime badkamer, ruime kamer, luxe,
luxe en voordeliger dan elders. Het is wel hoog, de vijfde etage. Maar ik denk
maar, dat het goed voor de gezondheid van de oudere mens is. Wandeling door
Saalfeld. Massaal wordt er gestuct, geschilderd en zaken vernieuwd. Al het oude
weg. Dat heeft vast met die Wende te maken. Ik zie nog een Trabant staan. Alle
kerken lijken Luthers, maar er zijn er ook nog die Katholiek zijn, blijkt
later.
Ik eet in het Raadhauskeller. Kalfs,
donkere saus, rode kool en een krokant ei brood, of zoiets. Nog nooit gegeten.
Lekker. En wat is de naam daar nu weer van?
In Londen heeft er iemand het
Bachbeeld gedownload.
sNachts rond vier uur, in het heerlijke hotel het Anker in het
vandaag windstille stadje, luidruchtige buren; de jonge mannengroep. Het tumult,
wat ik vanuit m’n bed hoor, begint al
buiten bij de auto’s. Ze praten hard. Het lijkt wel of ze dronken zijn, en toch
klinkt het anders? Het gepraat en gestommel komt in het gebouw steeds
dichterbij. Ze zullen toch niet hier op de etage hun plek hebben? Het geluid van
praten en stommelen wordt steeds harder. En ja hoor; blijken ze ook nog de
kamer hiernaast op vijf hoog te verblijven. Het geluid gaat maar door.
Het praten is niet zoals bij de
een wat zegt, of vraagt, en dat de ander dat beantwoordt. Ik hoor een soort herhaald
door elkaar poneren van zinnen, die niet met elkaar te maken lijken hebben. Het
nachtelijk leven op het stille platteland hier is zo heel wat luidruchtiger dan
die van de stad.
Af en toe hoor ik een vreselijke klap. Wat is dat toch? Hier schrik ik
het meest van. Na twee uur denk ik: het lijkt wel een stoeltje dat aan de muur
gemonteerd is, en waarvan iemand, die erop heeft gezeten, van op staat. In
sommige theaterzalen zie je die klapstoelen weleens. Nog wat later denk ik: oh,
het is vast een bril van een toilet, en dat degene die erop heeft gezeten opstaat
en de bril kleeft nog aan de boven benen en slaat dan met een harde klap terug
op de pot. Ja, wat een klap. En gek, dat ik er nu zo over schrijf? Nee, ik heb
tijd genoeg, van slapen komt toch niet veel. De kamer is op deze manier wel
minder luxe.
zaterdag
Bewolkt,
kwart voor acht: strepen zonlicht, en enkele foto’s gemaakt. Daarna naar het
Franciscaner klooster met een stadsmuseum. Hier is veel te zien. Een Luther
tentoonstelling, fabrieks archieven en maar ook moderne schilderijen, alles in één
gebouw. Ga er maar aan staan. Daarna koffie en nog eens een kerk; de
Johanneskirche. Het plafond met de
bloemendecoratie mag ik zomaar achter het koord fotograferen. Mijnheer laat
blijken dat tijd-opnamen meer tijd en een stevige plek vereisen. Dank, dank.
Op pad naar
het Stauzee, stuwmeer, in de bossen. Een kunstmatig meer. De doorgaande weg
heeft omleidingen. Ik raak in de war
toen ik dacht dat er méér omleidingen waren, en met welke waren we nu bezig? Weer
bomen en bos, weer een riviertje en weer stil donker groen. Iets waar je
gewoonlijk naar uitziet, wordt thans beklemmend. En af en toe een richting
aanwijzer met namen die we niet op de kaart herkennen en dan ook soms een oranje
omleidings bord. Welke afslag moet ik nu weer nemen? Uiteindelijk veel van het donkere
en vochtige Thüringer woud gezien. Bergen en bossen en huizen, die laatsten
hier vaak van onder tot boven bekleed zijn met leisteen. Een goede
isolatielaag. Ik zie het leisteen in het donkere grijs, maar ook in groen, geel
en wit. Dat wit zou weleens iets anders, zoals asbest, kunnen zijn, trouwens. Ik tref, wanneer ik enkele foto’s maak,
Nederlanders die er al drie jaar wonen. Zij: het is hier goed leven! We zijn nu
op de goede weg.
Naar
Arnstadt. Laat ik meteen naar de Bach-kerk doen. Ik zie de plek waar Bach het
orgel bespeelde. Het interieur is wit en crème geschilderd, iets wat ik hier
nog niet ben tegen gekomen. Nauwelijks
beelden en schilderijen en barokke ornamenten; helemaal Luther waardig. Ik koop
bij de gastheer een eenvoudige levenslijn van J.S. Bach voor dertig eurocenten.
Die kan wel wat uitvoeriger, maar wat aardig dat ze het aanbieden.
Ik word tijdens
onze stadswandeling door inwoners tweemaal uitvoerig de weggewezen naar het
oude kerkhof waar leden van de Bach-familie begraven liggen. Degene die ik het
vraag, neemt er zo de tijd voor, dat ik het aardiger vind dan wanneer we het in
bijvoorbeeld een ander land gevraagd zouden hebben. Van het oude kerkhof is
niet veel meer over. Toch vinden we een Bach-familie gedenkzuil aan de rand van
een grasveld.
Ook hier in de stad zie ik weer
voldoende apotheken, net als in de plaatsen hiervoor op onze reis. Maar we
voelen ons wel goed hoor. Er is een fiets-evenement hier in de binnenstad
gaande. Drukte alom, veel kunststoffen vlaggen en een podium met tetterende
luidsprekers en fietsers in strakke kleding. Wanneer ik op een terras neerplof,
blijkt dat de zaak zo sluit. Degene die bedient, voelt zich wel verplicht nog één
biertje aan te bieden. Reuze aardig. Maar dan is het daarna wel Schluss damit.
Ik schik me met een sublieme Urquel in m’n lot.
sAvonds eet ik hert zoals ik het nooit
tevoren at, heerlijk. Toe: een wafel met chocolade en kersensaus. Top. Het
glaasje wijn is van Dornfelder. Niet mis van prijs, maar de smaak is super.
zondag
In het
hotel ontbijt ik we met de blauw gele voetbalclub
Victoria uit Berlijn en een in zwart nylon geklede motorclub. In dit hotel
overigens de hele nacht niks gehoord. Alles okay!
Hier leggen ze herfst producten op de tafels,
naast je bord kastanjes, of op een bord aan de muur wordt geschreven: Herbst.
Leven met de natuur.
Terug naar
Nederland. In de auto constateer ik voldaan, dat ik van veel culturele en culinaire ervaringen heb genoten, , en ik bedenk me dat er nog zeer veel te ontdekken valt. Ik mag nog eens.
transport:
. Kangoo, een gele.
verblijf:
. Ibis,
Erfurt Altstad, Barfüsserstrasse 9, Erfurt.
. Zur Rose,
Friedrich-Ebert-Strasse 5, Weimar. (www.zur-rose-weimar.com).
. Ibis,
Teichgraben 1, Jena.
. Hotel Anker,
Markt 25-26, Saalfeld
. Krone am
Bahnhof, Am Bahnhof 8, Arnstad.
gelezen:
. Duitsland, de
groene gids, cultuur in beweging, Michelin, Uitgeverij Lannoo.
. Bauhaus Travel
Book, gemaakt door een team. Uitg. Prestel, München, London en New York, 2017.
gegeten:
. heel wat.
gedronken:
bier,
bier en nog eens bier.
en zie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Th%C3%BCringen
6europa@gmail.com
www.blogdries.blogspot.com
drieshondebrink©
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten